ECLI:NL:OGHACMB:2022:176

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
18 juli 2022
Publicatiedatum
30 december 2022
Zaaknummer
H 43/21
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en wijziging van de bewezenverklaring en geldboete in verkeerszaak

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 18 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. De verdachte was eerder veroordeeld tot een geldboete van 400 Arubaanse guldens voor het rijden met een snelheid van 127 kilometer per uur op een weg waar een maximum snelheid van 80 kilometer per uur was vastgesteld. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling.

Tijdens de zitting heeft het Hof de vordering van de procureur-generaal, mr. F.A.P.M. van Deutekom, gehoord, die vroeg om bevestiging van het vonnis waarvan beroep. Het Hof heeft echter besloten om het vonnis te vernietigen, maar heeft de gronden van het vonnis verbeterd. De bewezenverklaring is aangepast, waarbij het Hof de snelheid van de verdachte heeft bevestigd, maar de opgelegde straf verlaagd naar een geldboete van 200 Arubaanse guldens, met de mogelijkheid van 4 dagen hechtenis bij gebreke van betaling.

Het Hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de aard en ernst van de overtreding, de omstandigheden waaronder deze is begaan, en de persoon van de verdachte, die een first offender is. Het Hof heeft geoordeeld dat de verdachte, door met een te hoge snelheid te rijden, de veiligheid van zichzelf en andere weggebruikers in gevaar heeft gebracht. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. R.L.M. van Opstal, die buiten staat was om te ondertekenen.

Uitspraak

Zaaknummer: H 43/21

Parketnummer: 300.03076/20
Uitspraak: 18 juli 2022 Tegenspraak

Vonnis

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) van 3 december 2020 in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1951 in [geboorteland],
wonende in [adres].
Hoger beroep
Het Gerecht heeft de verdachte bij zijn vonnis van het ten laste gelegde veroordeeld tot een geldboete van 400 Arubaanse guldens, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 8 dagen hechtenis.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het Hof heeft kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal, mr. F.A.P.M. van Deutekom, en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Vonnis waarvan beroep
Het Hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, met uitzondering van de beslissing ten aanzien van de bewezenverklaring en de op te leggen straf – in zoverre zal het vonnis waarvan beroep worden vernietigd – en met dien verstande dat de gronden van het vonnis waarvan beroep zullen worden verbeterd, in die zin dat het Hof bewijsmiddel 1 vervangt en bewijsmiddel 2 verbetert en respondeert op een door de verdachte gevoerd verweer.
Bewezenverklaring
Het Hof vernietigt de bewezenverklaring aldus dat de bewezenverklaring komt te luiden:
Verdachte op 4 september 2020 te ongeveer 09:15 uur in Aruba, als bestuurder van een vierwielig voertuig (Honda, Pilot,
zwart), kenteken: [kentekennummer] op de voor het verkeer openstaande weg, [locatie], heeft gereden, buiten de bebouwde kom met een snelheid van ongeveer 127 kilometer per uur,
althans met een hogere snelheid dan 80 kilometer per uur,terwijl op genoemde weg een maximum snelheid van 80 kilometer per uur was vastgesteld.
Bewijsmiddelen
Het Hof vervangt bewijsmiddel 1 en verbetert bewijsmiddel 2. Het Hof:

vervangt bewijsmiddel 1 aldus dat dit komt te luiden:

1. De verklaring van de verdachte, op 27 juni 2022, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover inhoudende,
-zakelijk weergegeven-:
Het klopt dat ik op 4 september 2020 in Aruba op de [locatie] als bestuurder van een vierwielig motorrijtuig heb gereden. Dat was in een personenauto, merk Honda, gekentekend [kentekennummer].

verbetert bewijsmiddel 2 aldus dat dit komt te luiden:

2. Een proces-verbaal, mutatienummer 618724, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 4 september 2020 gesloten en getekend door [verbalisant 1] en [verbalisant 2], voor zover inhoudende, als relaas van die verbalisanten, -zakelijk weergegeven-:
Op 4 september 2020 te ongeveer 09:15 uur in Aruba, als bestuurder van een vierwielig voertuig (Honda, Pilot), kenteken: [kentekennummer] op de voor het verkeer openstaande weg, [locatie] heeft gereden, buiten de bebouwde kom met een snelheid van ongeveer 127 kilometer per uur, terwijl op genoemde weg een maximum snelheid van 80 kilometer per uur was vastgesteld.
De bestuurder staande gehouden gaf op te zijn: [verdachte], geboren op [geboortedatum en geboorteplaats].
Bovenvermeld feit werd door de 1ste en 2de verbalisant, op tijd en op plaats voornoemd geconstateerd. Ik, 1ste verbalisant, stelde de door verdachte gereden snelheid vast met behulp van RA-gun snelheidsmeter. Die ik op geheel op de voorgeschreven wijze gebruikte en waarvan ik de precisie zowel voor als na de controle heb getest. Bij deze test bleek mij, dat de apparatuur de vereist nauwkeurigheid bezit. De snelheid waarmee en het signalement van het voertuig waarin verdachte reed, gaf ik 1ste verbalisant, per portofoon door aan de 2de verbalisant, die verdachte staande hield.
Bewijsoverweging
De verdachte heeft ter terechtzitting onmiskenbaar met verve uiteengezet dat en waarom hij toen en daar de aan hem verweten verkeersovertreding niet heeft begaan. Echter, de door hem geponeerde, maar verder niet onderbouwde, stellingen – ik rijd nooit te hard, dus ook toen en daar niet, terwijl het op die boulevard ter plaatse nagenoeg niet mogelijk is met die snelheid van ongeveer 127 kilometer per uur te rijden – is onvoldoende om af te doen aan de juistheid van wat door de opsporingsambtenaar is verricht, ondervonden en in zijn proces-verbaal is gerelateerd.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Met betrekking tot de ernst van het bewezenverklaarde wordt het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan overtreding van het Landsbesluit verkeersregels door 127 km per uur te rijden op de openbare weg buiten de bebouwde kom, terwijl de daar toegestane maximum snelheid 80 kilometer per uur is. Door met een hogere snelheid dan toegestaan op de openbare weg te rijden, heeft de verdachte het risico genomen dat de veiligheid op de weg van hemzelf en van andere weggebruikers in gevaar kon worden gebracht.
Het Gerecht heeft aan de verdachte voor het hierboven genoemde bewezenverklaarde feit een geldboete van 400 Arubaanse guldens opgelegd. De procureur-generaal heeft zich achter die beslissing geschaard. Gelet erop dat het feit van bijna 2,5 jaar geleden dateert, de verdachte een first offender is voor soortgelijke zaken en dat hij ná dit feit niet meer voor andere strafbare feiten is veroordeeld, ziet het Hof reden te volstaan met de oplegging van een geldboete ter hoogte van 200 Arubaanse guldens.
De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.

BESLISSING

Het Hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de bewezenverklaring en de op te leggen straf en doet in zoverre opnieuw recht;
veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
Afl. 200,00bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
4 dagen hechtenis;
bevestigt het vonnis waarvan beroep, voor het overige, met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen.
Dit vonnis is gewezen door mrs. M.J. de Kort, R. Veldhuisen en R.L.M. van Opstal,
leden van het Hof, bijgestaan door mr. E.L. den Dekker (zittings)griffier, en op 18 juli 2022 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof Aruba.
Mr. R.L.M. van Opstal is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
De uitspraakgriffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.