In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 18 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. De verdachte was eerder veroordeeld tot een geldboete van 400 Arubaanse guldens voor het rijden met een snelheid van 127 kilometer per uur op een weg waar een maximum snelheid van 80 kilometer per uur was vastgesteld. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling.
Tijdens de zitting heeft het Hof de vordering van de procureur-generaal, mr. F.A.P.M. van Deutekom, gehoord, die vroeg om bevestiging van het vonnis waarvan beroep. Het Hof heeft echter besloten om het vonnis te vernietigen, maar heeft de gronden van het vonnis verbeterd. De bewezenverklaring is aangepast, waarbij het Hof de snelheid van de verdachte heeft bevestigd, maar de opgelegde straf verlaagd naar een geldboete van 200 Arubaanse guldens, met de mogelijkheid van 4 dagen hechtenis bij gebreke van betaling.
Het Hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de aard en ernst van de overtreding, de omstandigheden waaronder deze is begaan, en de persoon van de verdachte, die een first offender is. Het Hof heeft geoordeeld dat de verdachte, door met een te hoge snelheid te rijden, de veiligheid van zichzelf en andere weggebruikers in gevaar heeft gebracht. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. R.L.M. van Opstal, die buiten staat was om te ondertekenen.