In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 19 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. De verdachte, geboren in 2002 en thans gedetineerd in het Korrektie Instituut Aruba, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor het plegen van meerdere gewapende overvallen. De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld, waarbij een zwaardere straf werd gevorderd van 6 jaren en 6 maanden.
Het Hof heeft het vonnis van het Gerecht bevestigd, maar de opgelegde straf aangepast. Het Hof oordeelde dat de eerdere straf onvoldoende recht deed aan de aard, ernst en het aantal gepleegde feiten. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan drie gewapende overvallen, waarbij geweld en bedreiging met wapens aan de orde waren. De slachtoffers waren ernstig getraumatiseerd door de gebeurtenissen, wat de rechtsorde op Aruba ernstig heeft geschokt.
Het Hof heeft de bijzondere omstandigheden van de verdachte, zoals zijn leeftijd en de invloed van zijn omgeving, meegewogen, maar oordeelde dat deze niet voldoende waren om het jeugdstrafrecht toe te passen. De ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de gepleegde misdrijven rechtvaardigden een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en bijzondere voorwaarden voor reclasseringstoezicht.