ECLI:NL:OGHACMB:2022:172

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
28 juni 2022
Publicatiedatum
30 december 2022
Zaaknummer
H 64/22
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens afstand van recht en termijnoverschrijding

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 28 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, gedateerd 17 maart 2022. De verdachte, geboren in 1955, had eerder afstand gedaan van het recht om hoger beroep in te stellen. Dit werd bevestigd tijdens de terechtzitting, waar de verdachte erkende deze afstand. Het Hof overweegt dat, volgens de wet, een afstand van het recht op hoger beroep niet kan worden teruggedraaid, tenzij er bijzondere feiten of omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen. De verdachte heeft echter geen dergelijke feiten of omstandigheden aangevoerd, zelfs niet na daarover te zijn bevraagd.

Daarnaast heeft het Hof vastgesteld dat de verdachte het hoger beroep heeft ingesteld buiten de wettelijke termijn van veertien dagen na de einduitspraak. Dit leidt tot de conclusie dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het door hem ingestelde hoger beroep. Het Hof heeft derhalve besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep, wat betekent dat de eerdere veroordeling in stand blijft. De uitspraak is gedaan door de rechters R. Veldhuisen, M.J. de Kort en R.L.M. van Opstal, met mr. E.L. den Dekker als zittingsgriffier.

Uitspraak

Zaaknummer: H 64/22

Parketnummer : 300.09952/22 (P 2020/09952)
Uitspraak : 28 juni 2022 Tegenspraak

Vonnis

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 17 maart 2022 in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1955 in [geboorteland],
wonende in [adres].
Hoger beroep
Het Gerecht heeft de verdachte bij zijn vonnis ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden met een proeftijd van 2 jaren en tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 84 uren en een leerstraf, bestaande uit 16 uren in de vorm van het volgen van het Seks Awareness Program, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 42 respectievelijk 8 dagen hechtenis.
De verdachte heeft op 1 april 2022 hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Uit de aantekening op het extract van het vonnis dat op 17 maart 2022 is gewezen door het Gerecht in Eerste Aanleg blijkt dat de veroordeelde (en ook het openbaar ministerie) ter terechtzitting afstand heeft gedaan van het recht om hoger beroep in te stellen. De verdachte heeft ter terechtzitting van het Hof erkend dat hij die afstand heeft gedaan. Als regel heeft te gelden dat in het geval waarin ter terechtzitting door de verdachte afstand is gedaan van het recht om hoger beroep in te stellen, daarop niet kan worden teruggekomen. Een uitzondering op deze regel moet worden gemaakt als blijkt van bijzondere feiten of omstandigheden, die meebrengen dat die gedane afstand niet kan gelden als afstand in de zin van artikel 427 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering van Aruba. Door de verdachte zijn dergelijke feiten of omstandigheden niet gesteld, ook niet nadat hij daarover ter terechtzitting is bevraagd.
Ten overvloede overweegt het Hof dat de verdachte het hoger beroep heeft ingesteld buiten de wettelijke termijn van veertien dagen na de einduitspraak, waardoor ook om die reden de verdachte niet kan worden ontvangen in het hoger beroep.

BESLISSING

Het Hof:
verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het door hem ingestelde hoger beroep.
Dit vonnis is gewezen door mrs. R. Veldhuisen, M.J. de Kort en R.L.M. van Opstal,
leden van het Hof, bijgestaan door mr. E.L. den Dekker, zittingsgriffier, en op 28 juni 2022 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba.
Mr. R.L.M. van Opstal is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
De uitspraakgriffier: