ECLI:NL:OGHACMB:2022:171
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- R. Veldhuisen
- M.J. de Kort
- R.L.M. van Opstal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens verkeerd rechtsmiddel ingesteld
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 27 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep. De verdachte, die in eerste aanleg was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, heeft op 17 juni 2020 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, dat op 4 juni 2020 was gewezen. Het Hof heeft vastgesteld dat het vonnis in eerste aanleg bij verstek was gewezen en dat de raadsman van de verdachte, mr. D.G. Illes, in plaats van hoger beroep het rechtsmiddel van verzet had moeten aanwenden, zoals vereist door artikel 429 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering van Aruba. Hierdoor is het hoger beroep niet ontvankelijk verklaard.
De uitspraak is gedaan door de rechters R. Veldhuisen, M.J. de Kort en R.L.M. van Opstal, met mr. E.L. den Dekker als zittingsgriffier. Het Hof heeft in zijn beslissing benadrukt dat de juiste procedurele stappen gevolgd moeten worden om ontvankelijkheid in hoger beroep te waarborgen. De verdachte is derhalve niet-ontvankelijk verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep, wat betekent dat de eerdere veroordeling in stand blijft. Deze uitspraak is gedaan in het openbaar, waarbij de griffier aanwezig was.