ECLI:NL:OGHACMB:2022:169
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- R.L.M. van Opstal
- M.J. de Kort
- S. Verheijen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep na intrekking door verdachte
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 2 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep. De verdachte, geboren in 1975 en thans gedetineerd op Bonaire, was eerder door het Gerecht in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden. De verdachte had op 30 juli 2021 hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Echter, op 4 maart 2022 heeft de verdachte schriftelijk aangegeven het hoger beroep te willen intrekken. Dit werd bevestigd door een brief op 6 mei 2022 en tijdens de zitting op 2 juni 2022, waar de verdachte in persoon verklaarde dat hij het hoger beroep wenste in te trekken en de gevolgen daarvan begreep. Het Hof heeft geconstateerd dat de verdachte geen belang meer had bij het voortzetten van het hoger beroep en heeft hem daarom niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is op 2 juni 2022 uitgesproken. Het vonnis is ondertekend door de leden van het Hof, met uitzondering van mr. S. Verheijen, die buiten staat was om te ondertekenen.