ECLI:NL:OGHACMB:2022:145

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
20 juni 2022
Publicatiedatum
9 december 2022
Zaaknummer
H 156/21 100.00044/21
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens gebrek aan betekening aan de verdachte

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 20 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, dat op 14 oktober 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 2001, was niet verschenen op de terechtzitting en er was niet aangetoond dat de dagvaarding voor de hoger beroep zitting aan hem was betekend. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen het eerdere vonnis, waarin geen straf of maatregel was opgelegd aan de verdachte. Tijdens de zitting bleek dat de dagvaarding voor de terechtzitting van 20 juni 2022 niet aan de verdachte was betekend, wat leidde tot de conclusie dat de dagvaarding in hoger beroep nietig verklaard moest worden. Het Hof heeft derhalve de dagvaarding nietig verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder behandeld kan worden zonder geldige betekening aan de verdachte.

Uitspraak

Zaaknummer: H-156/21

Parketnummer : 100.00044/21
Uitspraak : 20 juni 2022

Vonnis

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht), van 14 oktober 2021 in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
Het Gerecht heeft de verdachte bij zijn vonnis ter zake van het bewezenverklaarde geen straf of maatregel opgelegd.
De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Ter terechtzitting is niet gebleken dat het door de officier van justitie ingestelde hoger beroep aan de verdachte in persoon is betekend, dan wel dat zich enig andere omstandigheid heeft voorgedaan, waaruit voortvloeit dat het beroep hem bekend is. Voorts is gebleken dat de dagvaarding om ter terechtzitting van vandaag, 20 juni 2022, te verschijnen niet aan de verdachte is betekend en dat de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen.
Gelet op het voorgaande dient de dagvaarding in hoger beroep nietig te worden verklaard.

BESLISSING

Het Hof:
verklaart de dagvaarding van de verdachte voor de terechtzitting in hoger beroep van vandaag nietig.
Dit vonnis is gewezen door mrs. S.A. Carmelia, S. Verheijen en W.J. Geurts-de Veld, leden van het hof, bijgestaan door mr. O.H.M. Leito, zittingsgriffier, en op 20 juni 2022 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten.