In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, die op 28 maart 2022 het beroep van [appellant] ongegrond verklaarde. [Appellant] had bezwaar gemaakt tegen de bouwvergunning die op 24 oktober 2012 was verleend aan de rechtsvoorganger van Pueblo Viejo Investment Corporation N.V. voor de bouw van een appartementencomplex in Palm Beach. Het bezwaar werd door de minister niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. Het Gerecht bevestigde deze beslissing, wat leidde tot het hoger beroep.
Het Hof heeft de zaak op 20 oktober 2022 behandeld. [Appellant] voerde aan dat hij zijn bezwaarschrift tijdig had ingediend, maar het Hof oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat hij het bezwaar zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk was had ingediend. De termijn voor het indienen van het bezwaarschrift was op 25 oktober 2012 begonnen en eindigde op 5 december 2012. [Appellant] had pas op 4 december 2018 bezwaar gemaakt, wat meer dan vijf maanden na de deadline was.
Het Hof concludeerde dat [appellant] niet tijdig op de hoogte was gesteld van de bouwvergunning, maar dat hij in ieder geval binnen twee weken na het begin van de bouwwerkzaamheden op 13 mei 2018 bezwaar had moeten maken. De omstandigheden die hij aanvoerde, zoals de ziekte van zijn zoon, konden niet leiden tot een ander oordeel. Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De minister hoefde geen proceskosten te vergoeden.