Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.de feiten
3.de beoordeling
grief Itegen dat oordeel op. Hij voert onder verwijzing naar het rapport van SB aan dat jarenlang geen onderhoud is verricht aan de woning en als gevolg daarvan aan de woning vele gebreken kleven, zodat – zo begrijpt het Hof de redenering – niet valt in te zien wat de urgentie is om de werkzaamheden alsnog te willen uitvoeren.
grief IIdat het oordeel dat betegeling geen renovatie oplevert onjuist is.
Grief IIIkomt [Appellant] op tegen het oordeel dat van hem kan worden gevergd dat hij de woning tijdelijk verlaat. Ook deze grief faalt. Naar het voorlopig oordeel van het Hof heeft FCB met het rapport van SB genoegzaam aangetoond dat ontruiming van de woning noodzakelijk was. Voor zover [Appellant] ook met deze grief heeft bedoeld te betogen dat het spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening ontbreekt, slaagt de grief evenmin. De enkel daartoe gestelde omstandigheid dat [Appellant] gepensioneerd is, maakt in de gegeven omstandigheden niet dat van FCB kan worden gevergd dat zij de werkzaamheden langer uitstelt. Daarbij komt dat het gaat om een tijdelijke ontruiming voor de duur van maximaal zes weken waarvan bovendien de kosten voor rekening van FCB zijn.