Uitspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
OVERWEGENDE,
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Danilo Silvio tegen het Land Aruba, waarbij de appellant betoogt dat zijn arbeidsovereenkomst nog steeds voortduurt. De appellant, die in dienst was van het Land Aruba, heeft in hoger beroep beroep ingesteld tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin zijn verzoek om voortzetting van het dienstverband werd afgewezen. De appellant stelt dat hij gerechtvaardigd vertrouwen had dat zijn dienstverband zou voortduren, ondanks dat zijn arbeidsovereenkomst op 1 november 2019 van rechtswege zou eindigen. Het Hof heeft vastgesteld dat de appellant op basis van een arbeidsovereenkomst van 14 mei 2012 in dienst is getreden en dat er geen schriftelijke verlenging van het dienstverband heeft plaatsgevonden. Het Hof heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder de salarisstroken van de appellant en de communicatie van het Land over zijn status als ambtenaar. Het Hof concludeert dat het Land gerechtvaardigd heeft mogen vertrouwen op de beëindiging van het dienstverband, gezien de gedragingen van de appellant en de omstandigheden rondom zijn arbeidsovereenkomst. De bestreden beschikking is bevestigd, en de appellant is veroordeeld in de proceskosten.