ECLI:NL:OGHACMB:2021:74

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
23 februari 2021
Publicatiedatum
2 april 2021
Zaaknummer
AUA2019H00133
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van ontbonden huwelijksgemeenschap en opeisbaarheid van vordering wegens overbedeling

In deze zaak gaat het om de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap tussen de vrouw, appellante, en de man, geïntimeerde. De vrouw is in hoger beroep gekomen van een eindvonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin de verdeling van de huwelijksgemeenschap werd vastgesteld. De vrouw heeft in haar memorie van grieven zeven grieven ingediend en verzocht om de toedeling van een perceel aan haar, alsook om de kosten die zij heeft gemaakt in verband met hypothecaire lening, verzekering, belastingen, investering en onderhoud te verrekenen. De man heeft geen memorie van antwoord ingediend en heeft in hoger beroep niet gepleit.

Het Hof heeft vastgesteld dat de vrouw tijdig en op de juiste wijze in hoger beroep is gekomen. De vrouw betwist de verdeling door het Gerecht, maar de man heeft de stellingen van de vrouw niet betwist. Het Gerecht had de verkoop van de woning gelast, maar de vrouw wil dat de woning aan haar wordt toegedeeld. Het Hof heeft de marktwaarde van de woning vastgesteld en besloten dat de resterende hypotheekschuld ook aan de vrouw wordt toegedeeld. De vrouw is schuldig aan de man wegens overbedeling, maar deze vordering is pas opeisbaar als de waarde van de aandelen van de man in de nalatenschappen vaststaat.

Het Hof heeft de vrouw gemachtigd om de man te vertegenwoordigen bij de levering van de woning en heeft haar kosteloos laten procederen. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 23 februari 2021.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2021 Vonnis no.:
Registratienummers: AUA201300051 – AUA2019H00133
Uitspraak: 23 februari 2021
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Vonnis in de zaak van:
[Appellante],
wonend te Aruba,
hierna te noemen: de vrouw,
oorspronkelijk eiseres in conventie en gedaagde in reconventie, thans appellante,
gemachtigde: mr. P.G. Dowers-Alders,
tegen
[Geïntimeerde],
wonend in Duitsland,
hierna te noemen: de man,
oorspronkelijk gedaagde in conventie en eiser in reconventie, thans geïntimeerde,
procederende in persoon.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en gevorderd en verzocht, voor de procesgang aldaar en voor de overwegingen en beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht), wordt verwezen naar de tussen partijen op 10 februari 2016, 26 oktober 2016, 24 mei 2017en 23 januari 2019 uitgesproken tussenvonnissen en het op 22 mei 2019 uitgesproken eindvonnis.
1.2.
De vrouw is bij akte van appel, met producties, op 2 juli 2019 in hoger beroep gekomen van voornoemd eindvonnis. In een op 7 augustus 2019 ingekomen memorie van grieven, met producties, heeft zij zeven grieven voorgedragen en geconcludeerd dat het Hof de bestreden uitspraak zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, haar zal toelaten kosteloos te procederen, het perceel [adres] aan haar zal toedelen met verrekening van alle kosten door haar gemaakt ter zake van hypothecaire lening, verzekering, belastingen, investering en onderhoud, de man zal bevelen binnen een maand na het vonnis van het Hof zijn medewerking te verlenen aan de verdeling van [adres] en de diverse percelen die in de nalatenschappen zijn gevallen, zodanige andere beslissingen zal nemen ter beslechting van het geschil, kosten rechtens.
1.3.
De man heeft geen memorie van antwoord ingediend.
1.4.
Op 9 juni 2020, de voor schriftelijk pleidooi nader bepaalde dag, heeft de gemachtigde van de vrouw pleitaantekeningen, met producties, overgelegd. De man heeft in hoger beroep niet gepleit.
1.5.
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.De ontvankelijkheid

De vrouw is tijdig en op de juiste wijze in hoger beroep gekomen en kan daarin worden ontvangen.

3.De grieven

Voor de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven.

4.Beoordeling

4.1.
Het gaat hier om de verdeling van de op 19 september 2015 ontbonden huwelijksgemeenschap. De vrouw bestrijdt in hoger beroep de verdeling door het Gerecht. De man heeft in hoger beroep de stellingen van de vrouw niet betwist.
4.2.
Het Gerecht heeft de verkoop van de woning [adres] gelast waarna de opbrengst tussen partijen gelijkelijk verdeeld kan worden. De vrouw wil dat de woning – die kennelijk niet is verkocht – aan haar wordt toegedeeld. Het Hof zal daartoe overgaan. De marktwaarde is door het Gerecht na deskundigenbericht vastgesteld op Afl. 121.595,-. Naar vaste rechtspraak van de Hoge Raad moet worden uitgegaan van de marktwaarde ten tijde van de verdeling. Dit is in casu niet onaanvaardbaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid, ook niet als wordt uitgegaan van het door de vrouw in hoger beroep gestelde. De vrouw heeft er mede zelf voor gekozen de ontbonden huwelijksgemeenschap lange tijd onverdeeld te laten. Zij heeft de woning gebruikt voor zelfbewoning of verhuur.
4.3.
De resterende hypotheekschuld ter zake van de woning wordt ook aan de vrouw toegedeeld. De helft van: de marktwaarde verminderd met de resterende hypotheekschuld ten tijde van de levering is de vrouw verschuldigd aan de man wegens overbedeling.
4.4.
De kosten van levering van [adres] aan de vrouw dienen partijen gelijkelijk te dragen.
4.5.
Indien de man deelgenoot is in onverdeelde nalatenschappen, vallen zijn aandelen in die nalatenschappen, naar het hier toepasselijke Arubaanse recht – bij de
Aanvulling Burgerlijk Wetboek van Aruba, AB 2016 no. 51 is artikel 1:94 BW gewijzigd, maar deze landsverordening is nog niet in werking getreden en zou krachtens overgangsrecht ook niet toepasselijk zijn – in de huwelijksgemeenschap. Het Hof is echter, bij ontbreken van voldoende gegevens niet in staat de waarde van die aandelen vast te stellen en thans te verdelen. De vrouw heeft ook geen bedrag genoemd. In zoverre is de door het Hof thans uitgesproken verdeling een partiële. De man heeft in hoger beroep niet betwist deelgenoot te zijn in nalatenschappen. Het Hof zal hiermee in zoverre rekening houden dat zijn vordering wegens overbedeling wegens de toedeling van het huis aan de vrouw, verminderd met kosten, pas opeisbaar zal zijn als de waarde van zijn aandelen in de nalatenschappen – op de helft waarvan de vrouw recht heeft – vast staat.
4.6.
De vrouw stelt Afl. 10.316,20 aan onderhoud te hebben uitgegeven, in plaats van de Afl. 1.500,- waarmee het Gerecht heeft rekening gehouden. Deze stelling is door de man niet betwist, zodat het Hof zal rekening houden met Afl. 10.316,20.
4.7.
Het Hof sluit zich aan bij het wegstrepen door het Gerecht van de door de vrouw verschuldigde gebruiksvergoeding tegen de door de vrouw in de periode van haar gebruik gedragen lasten. Hetzelfde geldt voor het wegstrepen van de door de vrouw genoten huurinkomsten tegen de door de vrouw tijdens de verhuur gedragen lasten.
4.8.
Het Hof zal de verschuldigde ‘belastingen’, waarmee kennelijk bedoeld is: erfpachtcanons, aan de vrouw toescheiden. De man is de helft daarvan schuldig aan de vrouw.
4.9.
Het Hof zal de vrouw machtigen bij de levering van het huis aan haar de man te vertegenwoordigen.
4.10.
De vrouw heeft in hoger beroep een bewijs van onvermogen overgelegd en zal worden toegelaten kosteloos te procederen.
4.11.
Partijen zijn ex-echtgenoten en de kosten worden gecompenseerd.

5.Beslissing

Het Hof :
laat de vrouw toe kosteloos te procederen;
vernietigt het bestreden vonnis en opnieuw rechtdoende:
verdeelt de tussen partijen bestaande ontbonden huwelijksgemeenschap aldus:
- deelt de woning gelegen te [adres] toe aan de vrouw;
- deelt de resterende op de woning rustende hypothecaire schuld toe aan de vrouw;
- bepaalt dat de vrouw de kosten van levering, inclusief notariskosten, voor haar rekening neemt;
- deelt de openstaande vervallen erfpachtcanons toe aan de vrouw;
- bepaalt dat de vrouw wegens overbedeling aan de man schuldig is de helft van het bedrag waarmee de vrouw wordt overbedeeld, bestaande uit Afl. 121.595,- (marktwaarde woning ten tijde van verdeling) verminderd met de op de dag van levering resterende hypothecaire schuld, welk bedrag van overbedeling wordt verminderd met de helft van:
a. de kosten van de levering, inclusief notariskosten,
b. Afl. 10.316,20 (onderhoudskosten) en
c. de op de dag van levering vervallen erfpachtcanons;
bepaalt dat de vordering van de man wegens overbedeling pas opeisbaar zal zijn als de waarde van zijn aandeel in nalatenschappen vast staat;
machtigt de vrouw de man te vertegenwoordigen bij de levering;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde;
compenseert de kosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mrs. E.M. van der Bunt, O. Nijhuis en J. de Boer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba uitgesproken op 23 februari 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.