Uitspraak
Vonnis
[verdachte],
- op pagina 6 in de 2e regel onder feit 1 de passage ‘althans alleen’ wordt doorgestreept;
- de passage op pagina 6 in de 16e regel komt te luiden: ‘welke diefstal werd voorafgegaan en
- de passage op pagina 6 in de 22e regel komt te luiden: ‘bestaande dat geweld en
erte maken, die [slachtoffer 2] met een auto heeft achtervolgd en (vervolgens) op de [plaats delict 2] ter hoogte van perceel [perceelnummer] achter de auto van die [slachtoffer 2] is gestopt en vervolgens met bedekt gezicht naar de auto van die [slachtoffer 2] is gelopen en vervolgens, (toen die [slachtoffer 2] wegreed) met een vuurwapen (op de auto van) die [slachtoffer 2] heeft gericht en vervolgens schoten in de richting van (de auto van) die [slachtoffer 2] heeft afgevuurd.
aanvulling met een bewijsmiddel:
De manspersoon had een vuurwapen in handen.’ Op dat moment trachtte de voornoemde manspersoon de linker voorportier van mijn personenauto te openen. ‘
Via mijn achteruitkijkspiegel zag ik dat voornoemde manspersoon het vuurwapen op mijn personenauto richtte. Ik hoorde twee schoten die uit zijn vuurwapen kwamen.’
]heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt NAf 8.650,- aan materiële schade en NAf 18.000,- aan immateriële schade. De vordering van [benadeelde 2] is bij vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van NAf 6.850,- (NAf. 3.850,- materiële schade en NAf 3.000,- immateriële schade). De benadeelde partij [benadeelde 2] heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd terzake van het niet toegewezen gedeelte van de oorspronkelijke vordering dat ziet op kosten van NAf 1.800,- voor de Iphone. Voor het niet toegewezen gedeelte dat ziet op de kosten van arbeidsongeschiktheid en de resterende immateriële schade heeft de benadeelde partij zich niet opnieuw gevoegd.
[benadeelde 3
]heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt NAf 1.650,- aan materiële schade. De vordering van [benadeelde 3] is bij vonnis waarvan beroep volledig toegewezen.
[benadeelde 1
]heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt NAf 24.151,08 aan materiële schade en NAf 25.500,- aan immateriële schade. De vordering van [benadeelde 1] is bij vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van NAf 16.283,73,- (materiële schade, voor zover betrekking hebbend op de uitvaartkosten). De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering. Met betrekking tot het immateriële deel van de vordering heeft [benadeelde 1] in hoger beroep aanvullende stukken overgelegd.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de
14 (veertien) jaren;
benadeelde partij [benadeelde 2]geleden schade toe tot een bedrag van
NAf 8.650,- (zegge: achtduizend zeshonderdvijftig gulden),en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
NAf 8.650,- (zegge: achtduizend zeshonderdvijftig gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
benadeelde partij [benadeelde 3]geleden schade toe tot een bedrag van
NAf 610,- (zegge: zeshonderdtien gulden),en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
NAf 610,- (zegge: zeshonderdtien gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;