Uitspraak
Zaaknummer: H-242/2019
Vonnis
[naam verdachte],
- in de 2e regel onder feit 1 de passage ‘althans alleen’ wordt doorgestreept;
- de passage in de 16e en 17e regel komt te luiden: ‘welke diefstal werd voorafgegaan en
- de passage in de 22e regel komt te luiden: ‘bestaande dat geweld en
aanvulling met een bewijsmiddel:
[benadeelde 3] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt NAf 1.650,- aan materiële schade. De vordering van [benadeelde 3] is bij vonnis waarvan beroep volledig toegewezen.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de
20 (twintig) jaren;
benadeelde partij [benadeelde 2]geleden schade toe tot een bedrag van
NAf 8.650,- (zegge: achtduizend zeshonderdvijftig gulden),en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
NAf 8.650,- (zegge: achtduizend zeshonderdvijftig gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
benadeelde partij [benadeelde 3]geleden schade toe tot een bedrag van
NAf 610,- (zegge: zeshonderdtien gulden),en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
NAf 610,- (zegge: zeshonderdtien gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
benadeelde partij [benadeelde 4]geleden schade toe tot een bedrag van
NAf 2.946,74,- (zegge: negenentwintighonderd zesenveertig gulden en vierenzeventig cent),en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
NAf 2.946,74,- (zegge: negenentwintighonderd zesenveertig gulden en vierenzeventig cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;