Uitspraak
Verweerder 2],
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft Aruba Bank N.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin Aruba Bank werd veroordeeld om binnen 24 uur een bankrekening te openen voor BCY Entertainment V.B.A. en deze geopend te houden. Aruba Bank verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging van dit vonnis totdat in hoger beroep zou zijn beslist. BCY en een andere verweerder hebben verweer gevoerd en geconcludeerd dat de vordering tot schorsing moest worden afgewezen. Het Hof heeft de procedure beoordeeld aan de hand van artikel 272 Rv en de relevante jurisprudentie van de Hoge Raad. Het Hof oordeelde dat het belang van BCY om een bankrekening te openen zwaarder weegt dan het belang van Aruba Bank bij schorsing. Het Hof heeft vastgesteld dat er geen kennelijke misslagen in het bestreden vonnis zijn en dat Aruba Bank niet heeft aangetoond dat de uitvoering van het vonnis onaanvaardbare risico's met zich meebrengt. De vordering tot schorsing is afgewezen, en Aruba Bank is veroordeeld in de proceskosten van het schorsingsincident.