ECLI:NL:OGHACMB:2021:52
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verdeling van huwelijksgoederengemeenschap en de toewijzing van gebruiksvergoeding en overbedelingsvordering
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, betreft het een hoger beroep inzake de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen [Appellant Jr.] en [Geïntimeerde]. De procedure begon met een tussenvonnis op 17 november 2020, waarin een comparitie van partijen werd gelast. Deze comparitie vond plaats op 12 januari 2021 via videoconference, waarbij [Geïntimeerde] vanuit de Verenigde Staten inbelde. Het Hof heeft de nadere producties en het verhandelde ter zitting beoordeeld en kwam tot de conclusie dat het bestreden vonnis moest worden vernietigd.
Het Hof oordeelde dat het huis aan de [Adres] buiten de verdeling blijft en dat de vergoeding wegens overbedeling met NAf 225.000,- wordt verminderd. De lening die [Appellant Jr.] had aangegaan voor de aankoop van het huis werd als een te verdelen schuld beschouwd. Het Hof oordeelde dat [Geïntimeerde] niet voldoende had aangetoond dat zij door onbekendheid met deze lening benadeeld was. De lening werd in de verdeling betrokken voor een bedrag van NAf 648.000,-. Het Hof oordeelde verder dat de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap verdeeld moest worden, waarbij aan [Appellant Jr.] verschillende activa en schulden werden toegedeeld.
De beslissing van het Hof omvatte ook de toewijzing van een gebruiksvergoeding van NAf 34.399,92 die [Geïntimeerde] aan [Appellant Jr.] moest betalen, en een overbedelingsvordering van NAf 87.767,22 die [Appellant Jr.] aan [Geïntimeerde] moest betalen. De proceskosten werden gecompenseerd, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis werd uitgesproken op 9 februari 2021 in Curaçao.