Uitspraak
1.Het procesverloop
2.Het verzoek
3.Standpunt procureur-generaal
4.De beoordeling
- Inverzekeringstelling (10 x Afl. 100,00)
- Voorlopige hechtenis (594 x Afl. 75,00).
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 15 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek om schadevergoeding na ondergane preventieve hechtenis. De verzoeker, die in 2019 in verzekering was gesteld en in januari 2021 integraal was vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten, verzocht om schadevergoeding voor de periode van zijn detentie. Het verzoek omvatte een schadevergoeding voor de dagen in verzekeringstelling en voorlopige hechtenis, alsook voor een in beslag genomen scooter.
Het Hof heeft vastgesteld dat de dwangmiddelen rechtmatig zijn toegepast en dat er gronden van redelijkheid en billijkheid aanwezig zijn voor toekenning van schadevergoeding. De hoogte van de vergoeding is vastgesteld op Afl. 100,00 per dag voor de inverzekeringstelling en Afl. 75,00 per dag voor de voorlopige hechtenis. Het Hof heeft echter het verzoek om een hogere schadevergoeding voor de voorlopige hechtenis afgewezen, ondanks de omstandigheden rondom de Covid-19 pandemie.
De totale schadevergoeding die aan de verzoeker is toegekend, bedraagt Afl. 45.550,00, met een bijkomende vergoeding van Afl. 750,00 voor proceskosten. Het verzoek met betrekking tot de in beslag genomen scooter is niet-ontvankelijk verklaard, omdat dit niet in verband staat met de ondergane voorlopige hechtenis. De beslissing van het Hof is in overeenstemming met de geldende wetgeving en de vastgestelde normbedragen voor schadevergoeding in dergelijke gevallen.