ECLI:NL:OGHACMB:2021:456

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
17 december 2021
Publicatiedatum
23 september 2022
Zaaknummer
H-152/2020
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eendaadse samenloop poging doodslag, diefstal met geweld en vuurwapenbezit

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 17 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een verdachte die was veroordeeld voor poging tot doodslag, diefstal met geweld en vuurwapenbezit. De verdachte, geboren in 1993 en thans gedetineerd, was eerder door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 jaren. Zowel de verdachte als de officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld. De procureur-generaal vorderde een zwaardere straf van 12 jaren, terwijl de raadsvrouw van de verdachte pleitte voor vrijspraak van de poging tot doodslag en een lagere strafmaat.

Het Hof heeft de zaak onderzocht op basis van de getuigenverklaringen en camerabeelden van het incident dat plaatsvond op 8 februari 2020. De verdachte had samen met anderen een gewapende overval gepleegd waarbij hij met een vuurwapen dreigde en schoot op een van de slachtoffers, die daardoor ernstig gewond raakte. Het Hof oordeelde dat de verdachte welbewust en doelgericht handelde, en verwierp het verweer van de raadsvrouw dat de verdachte niet opzettelijk het leven van het slachtoffer had willen beroven. Het Hof kwam tot de conclusie dat de verdachte schuldig was aan de ten laste gelegde feiten en dat de eerdere straf onvoldoende recht deed aan de ernst van de gepleegde feiten.

Uiteindelijk heeft het Hof de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaren, met aftrek van voorarrest, en heeft het vonnis van het Gerecht vernietigd. Tevens zijn de in beslag genomen voorwerpen, waaronder een Glock 19 met scherpe patronen, onttrokken aan het verkeer. De uitspraak benadrukt de ernst van gewapende overvallen en de impact daarvan op slachtoffers en de samenleving.

Uitspraak

Zaaknummer: H-152/2020

Parketnummer: 100.00163/20
Uitspraak: 17 december 2021 Tegenspraak

Vonnis

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht) van 4 november 2020 in de strafzaak tegen de verdachte:

[Verdachte (1)],

geboren op [geboortedatum] 1993 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans gedetineerd in [locatie].
Hoger beroep
Het Gerecht heeft de verdachte bij zijn vonnis ter zake van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren met aftrek van voorarrest. Voorts heeft het Gerecht een beslissing genomen ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen.
Zowel de verdachte als de officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het Hof heeft kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal,
mr. R.H. den Haan en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. S.R. Bommel, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren, met aftrek van voorarrest.
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde en heeft een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het Hof ten aanzien van feit 2 tot een andere bewezenverklaring en kwalificatie komt, en het Hof een andere straf zal opleggen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
:

1.

hij, op of omstreeks 8 februari 2020 te Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet een of meermalen met een vuurwapen op [slachtoffer] heeft geschoten, waardoor die [slachtoffer] in zijn been en/of buik, althans in het lichaam is geraakt, terwijl het voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

2.

hij, op of omstreeks 8 februari 2020 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meerdere gouden kettingen en/of een ring, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] er/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
· dreigend een vuurwapen richten op/in de richting van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of
· die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen: "Give me the jewelery I am not kidding", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
· het met een vuurwapen schieten op die [slachtoffer 1],
ten gevolge van welk bovenomschreven feit die [slachtoffer 1] (zwaar) lichamelijk letsel, te weten een schotwond in het lichaam, heeft bekomen;
3.
hij, op of omstreeks 8 februari 2020 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening voorhanden heeft gehad.
Bespreking van een verweer ten aanzien van feit 1
De raadsvrouw heeft betoogd dat de verdachte van het onder 1 ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken omdat de verdachte nimmer opzettelijk – ook niet in voorwaardelijke zin – het slachtoffer van het leven heeft willen beroven. Volgens de raadsvrouw volgt uit de camerabeelden dat het handelen van de verdachte alleen gericht was op het afhandig maken van de persoonlijke goederen van de slachtoffers. Toen één van de slachtoffers op hem viel, heeft de verdachte uit een reflex of paniek gereageerd en toen ging het wapen af, aldus de raadsvrouw.
Het Hof verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt.
Uit de inhoud van de (hierna te noemen) bewijsmiddelen volgt dat de verdachte welbewust en doelgericht van zeer dichtbij met een vuurwapen in de richting van het bovenlichaam van het slachtoffer heeft geschoten. Deze gedraging dient naar haar uiterlijke verschijningsvorm te worden aangemerkt als zozeer gericht op het toebrengen van dodelijk letsel, dat het Hof op grond hiervan vaststelt dat – bij het in dezen ontbreken van contra-indicaties – verdachtes opzet hierop ten volle was gericht. De duiding door de raadsvrouw van wat op dit onderdeel van verdachtes gedragingen op de vastgelegde beelden is te zien, is, wat het al dan niet opzettelijk karakter van diens gedragingen betreft, volkomen speculatief. Immers, uit die beelden volgt niet dat het ervoor moet worden gehouden dat de verdachte louter in paniek dan wel reflexmatig heeft gehandeld met gevolg dat – naar het Hof de raadsvrouw begrijpt – bij hem dientengevolge ieder inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen heeft ontbroken, te minder nu de verdachte geen verklaring heeft afgelegd, niet over de aan hem verweten gedragingen noch over zijn motieven.
Bewezenverklaring
Het Hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

1.

hij, op
of omstreeks8 februari 2020 te Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met en ander of anderen, althans alleen,opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet
een of meermalenmet een vuurwapen op [slachtoffer 1] heeft geschoten, waardoor die [slachtoffer] in zijn been en
/ ofbuik,
althans in het lichaamis geraakt, terwijl het voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

2.

hij, op
of omstreeks8 februari 2020 te Sint Maarten,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een of meerderegouden kettingen en
/ofeen ring,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan
[slachtoffer 1] er/of[slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
van bedreiging van geweld tegen die [slachtoffer 2]en
/ofgevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweldtegen
die[slachtoffer 1]en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken en
/ofom bij betrapping op heterdaad aan zichzelf
en/of aan zijn mededader(s)hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en
)uit,
· dreigend een vuurwapen richten
op/in de richting van die
[slachtoffer 1] en/of die[slachtoffer 2]
en/of die [slachtoffer 3]en
/of
· die
[slachtoffer 1] en/of[slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3]dreigend de woorden toe te voegen: "Give me the jewelery I am not kidding", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
/of
· het met een vuurwapen schieten op die [slachtoffer 1],
ten gevolge van welk bovenomschreven feit die [slachtoffer 1] (zwaar) lichamelijk letsel, te weten een schotwond in het lichaam, heeft bekomen;
3.
hij, op
of omstreeks8 februari 2020 te Sint Maarten,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleeneen vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening voorhanden heeft gehad.
Het Hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd; omwille van de leesbaarheid zijn ook wijzigingen aangebracht in de bewezenverklaring (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring. [1]
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft en, voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 387, eerste lid, aanhef, onder e Sv betreft, telkens slechts wordt gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Sint Maarten.
Bewijsmiddelen
1.Een proces-verbaal van
aangifte door [slachtoffer 1]met documentcode 202002080550.AAN van 8 februari 2020, opgemaakt door de opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 1] en [opsporingsambtenaar 2].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 8 februari 2020 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van [slachtoffer 1]:
This morning (het Hof begrijpt: 8 februari 2020) I was at Maho. I was talking to two white guys. At a certain moment I saw a guy wearing dark clothes walked pass us. After a while the guy came back out and passed us again. A while after that, I saw the same guy come back. He had a mask on his face. He had a gun in his hand. The guy wanted our valuables. The two white guys had on chains. The guy wanted their chains. He also wanted my valuables. I only had a keychain with a knife on it. When I take it out of my pocket I got shot. I was standing when I got shot. The guy was wearing a black pants and a black shirt.
2.Een
medische verklaringvan 8 januari 2020, opgemaakt door dr. Raj K. Singh, ER Physician in het Sint Maarten Medical Center,
betreffende [slachtoffer 1].
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Name and first letters : [slachtoffer 1]
Date of birth : [geboortedatum slachtoffer] 1981
Date of incident : 08/02/2020
Date of involved went by : 08/02/2020
Treating psysician : dr. Raj K. Singh, ER Physician in het Sint
Maarten Medical Center
Externally observed injuries:
Left thigh posterior distal 1/3 gunshot entry wound
Left femoral area: medial upper thigh with exit wound
Left inguinal entry wound present.
3.Een proces-verbaal van
aangifte door [slachtoffer 2]met documentcode 202002080400.AAN van 8 februari 2020, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 1].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 8 februari 2020 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring [slachtoffer 2]:
While standing in the front of the hotel (het Hof begrijpt: 8 februari 2020) a rasta man came up to us and started to talk to us. While we were talking an unknown man dressed in black wearing a mask approached us with a black gun in his hand. He told us, give him everything and he also said the he does not fuck around. When the robber told us give him everything, my friend [slachtoffer 3] (het Hof begrijpt: [slachtoffer 3]) took off running. The culprit had taken my ring and my two chains. I have to admit the rasta guy save me because he hit the culprit and that caused the gun to fall on the ground. When the gun fell there was a small scuffle between the rasta and the culprit which cause the rasta man to get shot. I saw the culprit running in the alley between the casino and the big building that is in front of the hotel.
4.Een proces-verbaal van
aangifte door [slachtoffer 3]met documentcode 202002080500.AAN van 8 februari 2020, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 1].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 8 februari 2020 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van [slachtoffer 3]:
I will explain you what happened this morning (het Hof begrijpt: 8 februari 2020). I was together with my friend [slachtoffer 2] (het Hof begrijpt: [slachtoffer 2]). We just came out the casino from having some drinks. We walked across the street in the vicinity of the entrance of the hotel. While standing there a rasta guy came up to us and started to talk to us. Then I saw a man dress in black clothing with a mask covering his face. He had a black gun and was coming towards us. His words were "Give me the jewellery and I am not fucking around". I will be honest with you I did not stay to see what happen next but I heard a gun shot. When I returned I saw my friend and the rasta man on the floor. It looks like the rasta man was shot.
5.Een proces-verbaal van
bevindingen beelden Maho Groupmet documentcode 2002270800.AMB van 27 februari 2020, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 2].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Gedurende het onderzoek Bittervoorn werden de opgenomen camerabeelden van de Maho Group gevorderd en verkregen. De verkregen camerabeelden zijn opgenomen met diverse camera beveiligingssystemen, daarom komen de datum en tijd van de vermelde camerabeelden niet overeen. Op de camerabeelden neem ik, verbalisant, het volgende waar.
De dader van bovengenoemd incident is gekleed in een grijs met zwartkleurige hoodie, een lange donkerkleurige sportbroek met aan de zijkanten van de broek een lichtkleurige verticale streep en zwarte schoenen. Deze persoon wordt in dit proces-verbaal verdachte 1 genoemd.
De man [slachtoffer 2] wordt in dit proces-verbaal Aangever 1 genoemd. De man [slachtoffer 3] wordt in dit proces-verbaal Aangever 2 genoemd en de man [slachtoffer 1] wordt in dit proces-verbaal Aangever 3 genoemd.
Omstreeks 03:07:26 uur loopt verdachte 1 de aangevers voorbij, draait zich om en bedreigt de aangevers.
Omstreeks 03:07:34 uur rent aangever 2 weg in de richting van het Casino Royal. Verdachte 1 bedreigt de overige twee aangevers 1 en 3.
Omstreeks 03:07:38 uur grijpt verdachte 1 de halsketting van aangever 1.
03:07:56 probeert aangever 3 verdachte 1 te schoppen. Op datzelfde moment richt verdachte 1 zijn vuurwapen en schiet.
Aangever 3 valt op de grond, rolt heen en weer en blijft vervolgens stilliggen. Verdachte 1 pakt omstreeks 03:07:58 uur zijn telefoon op en begint te rennen in de richting van het casino.
6.De eigen waarneming van het Hof met betrekking tot het uitkijken van de compilatievideo van de verkregen camerabeelden van 8 november 2020 van de omgeving van het plaats delict in Maho op de trap van het Sonesta Resort/Tree Amigos):
Op het moment dat aangever 3 van de trap naar beneden springt in de richting van de verdachte, schiet de verdachte van dichtbij met zijn vuurwapen richting het bovenlichaam van aangever 3.
7.Een proces-verbaal van
eerste verhoor verdachte [verdachte 2]met documentcode 2002281500.VER van 28 februari 2020, opgemaakt door de opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar ] [opsporingsambtenaar 3].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 28 februari 2020 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van [verdachte 2]:
R: remark detectives
Q: question detectives
A: answer suspect
Q: What were your whereabouts that night or morning (het Hof
begrijpt: 8 februari 2020) when the three of you were at Maho?
A: Well I went with Roads down there and then we picked up this third
person that asked for a lift.
R: On the video footages we can see the three of you walking together.
Q: What can you tell us about that?
A: To the car when we were leaving. In the picture you can see him passing me the keys.
R: We would like to show you a photomap case 038-20-B with pictures and will ask you to point out anyone that you may recognize.
A: I see that number 6 is the person I know as Roads.
Bijlage:
fotomap zaak no.f.o. 038-20-B
Foto nummer 6 is de verdachte [verdachte 1].
8.Een proces-verbaal van
eerste verhoor verdachte [medeverdachte 2]met documentcode 2002191715.VER van 19 februari 2020, opgemaakt door de opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 3] en [opsporingsambtenaar 2].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 18 februari 2020 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van [medeverdachte 2]:
R: remark detectives
Q: question detectives
A: answer suspect
Q: What can you tell us concerning a robbery which took place on the 8th of February 2020 in the Maho area?
A: I just heard the guy talking about it. He was saying that he was going to rob the man. We stepped in their vehicle. They drove in the back. The [bijnaam verdachte] man who lives in [woonplaats] stepped out. The driver waited for him. The [bijnaam verdachte] man went and do his thing. He shot the man and took the gold chain. He ran back to the car. He stepped in and the driver drove off.
9.Een proces-verbaal van
tweede verhoor verdachte [medeverdachte 2]met documentcode 2002261415.VER van 26 februari 2020, opgemaakt door de opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 1] en [opsporingsambtenaar 2].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 18 februari 2020 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van [medeverdachte 2] :
R: remark detectives
Q: question detectives
A: answer suspect
R: We now will show you footage at the Casino in Maho.
Q: Who do you see on these footages?
A: That guy in the front is [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] has on a dark shirt with a horizontal light strip. Behind him is walking [bijnaam verdachte]. He had on his hoody. And behind [bijnaam verdachte] is me walking. I am the one in the grey suit. [bijnaam verdachte] name starts with a [letter].
Q: What happened when you guys were in the car and were parked in
the back of the casino?
A: The [bijnaam verdachte] guy told [medeverdachte 1] to wait for him. The [bijnaam verdachte] stepped out of the car and walked away. After a while the [bijnaam verdachte] guy came back and stepped in the car. In the car the [bijnaam verdachte] told [medeverdachte 1] that he tried to take the chain, the guy friend started to fight him and at that moment [bijnaam verdachte] let go a shot. When [medeverdachte 1] hear that he started to drive.
R: We will show you a folder with 8 pictures. This is folder 038-20-B
Q: Who is the [bijnaam verdachte] person you are talking about?
A: It is the guy on picture number 6. I know him from long time. From
Backstreet. I hear him say that he lives in [woonplaats]. He turned [bijnaam verdachte]
now. His hair is twisted locks.
Bevindingen verbalisanten:
Bij dit proces-verbaal is de getoonde fotomap voorzien van nummer 038-20-B gevoegd.
Bijlage:
fotomap zaak no.f.o. 038-20-B
Foto nummer 6 is de verdachte [verdachte 1].
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:259 juncto 1:119 van het Wetboek van Strafrecht. Het onder 2 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:291 van het Wetboek van Strafrecht. Het onder 3 bewezen verklaarde is voorzien bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening en strafbaar gesteld in artikel 11 van die verordening.
Het wordt als volgt gekwalificeerd:

eendaadse samenloop van:

poging tot doodslag

en

diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, die diefstal gemakkelijker te maken en bij betrapping op heter daad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren

en

overtreding van een in artikel 3 van de Vuurwapenverordening gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 11 van de Vuurwapenverordening.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
De procureur-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf jaren, met aftrek van voorarrest.
Het Hof overweegt als volgt.
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een “atrako”: hij heeft tijdens het nachtelijk uur in de nabijheid van een casino een man op straat beroofd van zijn sieraden, te weten twee gouden kettingen en een ring. Zowel de aanloop als de toedracht daarvan is met behulp van beveiligingscamera vastgelegd. Uit die glasheldere beelden blijkt van een berekenend, intimiderend en drempelloos gewelddadig handelen van de verdachte.
Nadat hij op een eerder moment zijn voorgenomen buit bij het latere slachtoffer had gespot – een gouden ketting met hanger die om de nek van het slachtoffer hing–, is de verdachte teruggegaan naar het slachtoffer. Dat het slachtoffer zich toen en daar in het gezelschap van twee bekenden bevond heeft de verdachte niet ervan weerhouden dit buitengewoon brutale feit te plegen. Met zijn ondertussen getrokken vuurwapen in de hand heeft hij de kettingen over het hoofd van dat slachtoffer getrokken en is hij daarmee en met een door dat slachtoffer gedragen ring weggelopen. Toen één van die bekenden de verdachte vervolgens achterna ging en een trap afsprong richting de verdachte, heeft de verdachte niet geaarzeld met zijn vuurwapen gericht en van dichtbij op zijn bovenlichaam te vuren. Doordat het slachtoffer van de trap sprong en daarbij zijn been omhoog hief, is hij niet in zijn bovenlichaam maar in zijn been en buik getroffen. Als gevolg hiervan is dit tweede slachtoffer gevallen en liggend op de grond van de verdachte weggerold. De verdachte heeft zich niet om het lot van zijn slachtoffers bekommerd en heeft zich met de buit rennend uit de voeten gemaakt. In de nabijheid van de plaats van het delict is hij als passagier in de voor hem gereedstaande auto gestapt, en deze auto is in allerijl weggereden.
Het is algemeen bekend dat roofovervallen voor de slachtoffers traumatische gebeurtenissen zijn. Het hoeft geen betoog dat dat minstens in gelijke mate geldt voor degene die daarvan getuige is en daarbij zelfs schotletsel oploopt. Het is bepaald niet de verdienste van de verdachte maar wel een groot geluk dat het door hem van dichtbij beschoten slachtoffer dit niet met de dood heeft moeten bekopen. Bovendien dragen dergelijke overvallen en schietpartijen in het algemeen bij aan het versterken van reeds bestaande gevoelens van onveiligheid in de maatschappij. Het Hof is dan ook van oordeel dat de door de verdachte gepleegde feiten zeer ernstig zijn en rekent dit de verdachte aan.
De verdachte heeft over het hoe en waarom van zijn handelen noch over zijn motieven verklaard. Integendeel, hij heeft ervoor gekozen te wijzen op zijn geheugenverlies als gevolg van overvloedig gebruik van verdovende middelen. Het Hof hecht geen geloof aan de waarachtigheid daarvan en houdt het ervoor dat verdachte aldus beoogt zich te onttrekken aan het afleggen van verantwoording ter zake, zelfs in weerwil van de camerabeelden, die naar de verschijningsvorm daarvan getuigen van zijn coherente en vastberaden handelen.
Het Hof heeft acht geslagen op de strafkaart van de verdachte waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten, ook tot langdurige gevangenisstraf. In zoverre is in zijn strafrechtelijk verleden een grond voor strafverzwaring gelegen.
Gevraagd naar zijn persoonlijke omstandigheden heeft de verdachte met zoveel woorden erop gewezen dat zijn justitiële verleden voor zichzelf spreekt. Hij heeft ook aan het Hof gevraagd goed naar zijn zaak te kijken, omdat hij naar zijn zeggen echt wil veranderen en een beter mens wil worden. In die enkele op zichzelf beschouwd lovenswaardige mededeling kan het Hof geen aanknopingspunt vinden om daaraan een strafmatigende betekenis toe te kennen.
Gelet op het voorgaande en gezien de ernst van het bewezenverklaarde kan naar het oordeel van het Hof niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van lange duur met zich meebrengt.
Bij het bepalen van de straf zoekt het Hof aansluiting bij de oriëntatiepunten straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid van het Hof en de Gerechten in eerste aanleg zijn neerslag heeft gevonden. Daarin wordt voor een “atrako” waarbij er is gedreigd met een vuurwapen als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaren gegeven. In het geval waarin met een vuurwapen is geschoten en letsel is toegebracht is een gevangenisstraf tussen de zes en acht jaren geïndiceerd. Die oriëntatiepunten wijzen voorts uit dat voor een poging doodslag waarbij met een vuurwapen op een ander is geschoten in het geval van letsel een gevangenisstraf voor tussen de vijf en acht jaren. Het Hof beoogt met bestraffing niet alleen het strafdoel van vergelding te dienen, maar daarmee ook aan anderen duidelijk te maken dat dergelijk handelen kan rekenen op een strafrechtelijke afdoening waarbij de oplegging van gevangenisstraf van substantiële duur het uitgangspunt is. Het Hof zal ermee rekening houden dat de onder 1, 2 en 3bewezenverklaarde feiten deels hetzelfde feitencomplex betreffen.
Gelet op al het voorgaande is het Hof met de procureur-generaal van oordeel dat de door het Gerecht opgelegde straf van negen jaar onvoldoende recht doet aan de aard en ernst van de feiten die door de verdachte zijn begaan. Alles afwegend acht het Hof de oplegging van een gevangenisstraf van tien jaren, met aftrek van voorarrest passend en geboden, waartoe het Hof hem zal veroordelen.
In beslag genomen voorwerpen
Onder de verdachte is een zwartkleurige Glock 19 met drie scherpe patronen kaliber 9x19, in beslag genomen en nog niet teruggegeven.
Voornoemde voorwerpen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen is immers in strijd met de wet. Het Hof zal de voorwerpen daarom onttrekken aan het verkeer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 1:74, 1:76, 1:119, 1:133, 1:136, 2:259 en 2:291 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Vuurwapenverordening, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Hof:
vernietigt het vonnis van het Gerecht en doet opnieuw recht;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
10 (tien) jaren;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten een Glock 19 met drie scherpe patronen kaliber 9x19.
Dit vonnis is gewezen door mrs. R. Veldhuisen, W.J. Geurts-de Veld en R.L.M. van Opstal, leden van het Hof, bijgestaan door mr. A.F. van der Heide (zittings)griffier, en op 17 december 2021 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten.
De uitspraakgriffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Sint Maarten van 29 mei 2020, geregistreerd onder proces-verbaalnummer JD/2020 en de onderzoeksnaam “Bittervoorn”.