ECLI:NL:OGHACMB:2021:441
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake wanprestatie en ongerechtvaardigde verrijking tussen appellant en Korpodeko
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een appellant tegen de stichting Korpodeko. De zaak betreft een geschil over wanprestatie en ongerechtvaardigde verrijking. De appellant, vertegenwoordigd door mr. G.C.A. Scheperboer-Parris, was in eerste aanleg gedaagde en is nu in hoger beroep. Korpodeko, de eiseres in eerste aanleg, is vertegenwoordigd door mrs. A.C. van Hoof en B.L.J. Zending.
Het Hof verwijst naar een eerder tussenvonnis van 1 juni 2021, waarin Korpodeko was toegelaten tot het leveren van bewijs. Op 21 september 2021 heeft Korpodeko een akte uitlating genomen, waarop de appellant heeft gereageerd met een contra-akte op 19 oktober 2021. Het Hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat Korpodeko niet voldoende bewijs heeft geleverd om haar stelling te onderbouwen dat de appellant actief en bewust heeft meegewerkt aan een schijnconstructie om verhaal te frustreren.
Het Hof heeft geoordeeld dat de verrijking van de appellant juridisch gerechtvaardigd is door een schenking. Daarom heeft het Hof de vordering van Korpodeko afgewezen en haar veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die zijn begroot op NAf 9.165,09. De uitspraak is gedaan op 23 november 2021 in aanwezigheid van de griffier.