ECLI:NL:OGHACMB:2021:438
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident tot het stellen van zekerheid voor proceskosten in hoger beroep; ontvankelijkheid en rechtsgeldigheid van betekening
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 21 december 2021 uitspraak gedaan in een incident tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten, ingediend door de curator van de Bonaire Petroleum Corporation N.V. tegen PDVSA Petróleo S.A. De curator vorderde dat PPSA, gevestigd in Venezuela, zekerheid zou stellen voor de proceskosten in het hoger beroep, omdat PPSA geen woon- of verblijfplaats in Bonaire heeft en er geen verhaalsmogelijkheden zijn. De curator stelde dat de uitzondering van artikel 122 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet van toepassing was, omdat PPSA geen bezittingen op Bonaire heeft en de olieproducten die onderwerp van geschil zijn, executoriaal zijn beslagen door andere crediteuren.
PPSA voerde aan dat de curator niet-ontvankelijk was omdat de memorie van antwoord niet op de juiste wijze was betekend. Het Hof oordeelde dat de betekening rechtsgeldig was, ondanks dat deze niet aan het kantooradres van de gemachtigde was gedaan. Het Hof concludeerde dat PPSA, als oorspronkelijk gedaagde, niet gehouden was om zekerheid te stellen voor de proceskosten in hoger beroep, zoals bepaald in artikel 279 Rv. Het verzoek van de curator werd afgewezen, en de beslissing over de proceskosten werd aangehouden tot de eindbeslissing in de hoofdzaak.