ECLI:NL:OGHACMB:2021:389
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- W.H. Bel
- A.W.M. Bijloos
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de hoogte van de proceskostenvergoeding in een zaak over het Nederlanderschap
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, die op 9 november 2020 werd gedaan. De zaak betreft de weigering van de Gouverneur van Aruba om de verklaring van [appellant] tot verkrijging van het Nederlanderschap te bevestigen. De Gouverneur had eerder, op 12 december 2018, deze verklaring geweigerd en dit besluit werd in een daaropvolgende beschikking van 25 februari 2020 bevestigd. Het Gerecht heeft het beroep van [appellant] gegrond verklaard en de Gouverneur opgedragen opnieuw te beslissen. Hierop heeft [appellant] hoger beroep ingesteld, waarbij hij betoogde dat de toegewezen proceskostenvergoeding te laag was en dat een wegingsfactor van 1 passend zou zijn geweest, gezien de inhoudelijke aard van de zaak.
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft de zaak op 21 oktober 2021 behandeld. Tijdens de zitting waren zowel [appellant], vertegenwoordigd door M.L. Hassel, als de Gouverneur, vertegenwoordigd door mr. N.J. Abdul Hamid, aanwezig. Het Hof heeft overwogen dat de zwaarte van de zaak geen aanleiding geeft om de wegingsfactor aan te passen. Het Hof concludeert dat het Gerecht de zaak terecht als 'licht' heeft aangemerkt en dat de toegepaste wegingsfactor van 0,5 gerechtvaardigd is. Het hoger beroep van [appellant] wordt ongegrond verklaard, en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. De Gouverneur hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en is openbaar uitgesproken op 10 november 2021.