ECLI:NL:OGHACMB:2021:389

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
10 oktober 2021
Publicatiedatum
17 november 2021
Zaaknummer
AUA2020H00189
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de hoogte van de proceskostenvergoeding in een zaak over het Nederlanderschap

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, die op 9 november 2020 werd gedaan. De zaak betreft de weigering van de Gouverneur van Aruba om de verklaring van [appellant] tot verkrijging van het Nederlanderschap te bevestigen. De Gouverneur had eerder, op 12 december 2018, deze verklaring geweigerd en dit besluit werd in een daaropvolgende beschikking van 25 februari 2020 bevestigd. Het Gerecht heeft het beroep van [appellant] gegrond verklaard en de Gouverneur opgedragen opnieuw te beslissen. Hierop heeft [appellant] hoger beroep ingesteld, waarbij hij betoogde dat de toegewezen proceskostenvergoeding te laag was en dat een wegingsfactor van 1 passend zou zijn geweest, gezien de inhoudelijke aard van de zaak.

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft de zaak op 21 oktober 2021 behandeld. Tijdens de zitting waren zowel [appellant], vertegenwoordigd door M.L. Hassel, als de Gouverneur, vertegenwoordigd door mr. N.J. Abdul Hamid, aanwezig. Het Hof heeft overwogen dat de zwaarte van de zaak geen aanleiding geeft om de wegingsfactor aan te passen. Het Hof concludeert dat het Gerecht de zaak terecht als 'licht' heeft aangemerkt en dat de toegepaste wegingsfactor van 0,5 gerechtvaardigd is. Het hoger beroep van [appellant] wordt ongegrond verklaard, en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. De Gouverneur hoeft geen proceskosten te vergoeden.

De uitspraak is gedaan door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en is openbaar uitgesproken op 10 november 2021.

Uitspraak

AUA2020H00189
Datum uitspraak: 10 november 2021
gemeenschappelijk hof van jusTitie
van aruba, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend in Aruba,
appellant,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) van 9 november 2020 in zaak nr. AUA202000764, in het geding tussen:
appellant
en
de Gouverneur van Aruba

Procesverloop

Bij beschikking van 12 december 2018 heeft de Gouverneur geweigerd de verklaring van [appellant] dat hij het Nederlanderschap wil verkrijgen te bevestigen.
Bij beschikking van 25 februari 2020 (hierna: de bestreden beschikking) heeft de Gouverneur het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 9 november 2020 heeft het Gerecht het door [appellant] tegen de bestreden beschikking ingestelde beroep gegrond verklaard, deze beschikking vernietigd en de Gouverneur opgedragen opnieuw te beschikken.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
De Gouverneur heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 21 oktober 2021. [appellant], vertegenwoordigd door M.L. Hassel, en de Gouverneur, vertegenwoordigd door mr. N.J. Abdul Hamid, werkzaam bij het Kabinet van de Gouverneur, zijn verschenen.

Overwegingen

[appellant] is in het bezit van de Haïtiaanse nationaliteit. Op 17 mei 2018 heeft hij een verklaring tot verkrijging van het Nederlanderschap afgelegd op grond van artikel 6, eerste lid, onder a, van de Rijkswet op het Nederlanderschap. De Gouverneur heeft bij de beschikking van 12 december 2018, na bezwaar gehandhaafd bij de bestreden beschikking, geweigerd de optieverklaring van [appellant] te bevestigen. Het Gerecht heeft de Gouverneur opgedragen opnieuw op het bezwaar te beslissen nadat [appellant] in de gelegenheid is gesteld om de gronden waarop zijn bezwaarschrift rust, aan te vullen.
[appellant] betoogt dat het Gerecht een te lage vergoeding van de proceskosten heeft toegekend. Een wegingsfactor van 1 was passend geweest omdat de zaak over de ontvankelijkheid van het bezwaar ging en daarmee inhoudelijk van aard was.
2.1.
Het is ter beoordeling van het Gerecht of in verband met de zwaarte van de zaak aanleiding is om een wegingsfactor hoger of lager dan 1 toe te passen. In het aangevoerde ziet het Hof geen aanleiding voor het oordeel dat het Gerecht de zaak ten onrechte als 'licht' heeft aangemerkt en dus een wegingsfactor van 0,5 heeft toegepast. Het betoog slaagt niet.
3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
4. De Gouverneur hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. W.H. Bel, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. J.Th. Drop, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.M.C.S. van der Heide, griffier.
w.g. Bel
voorzitter
w.g. Van der Heide
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 10 november 2021.