ECLI:NL:OGHACMB:2021:372

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
13 oktober 2021
Publicatiedatum
5 november 2021
Zaaknummer
AUA2021H00004
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellanten tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin hun beroep tegen de afwijzing van hun verzoek tot inschrijving van een huwelijk in het bevolkingsregister niet-ontvankelijk werd verklaard. De Dienst Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister (DBSB) had op 19 juli 2019 het verzoek van appellanten afgewezen en dit besluit werd op 15 juni 2020 door de DBSB in bezwaar bevestigd. Appellanten stelden hiertegen beroep in, maar het Gerecht verklaarde dit beroep op 14 december 2020 niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Appellanten gingen in hoger beroep en voerden aan dat het Gerecht een fout had gemaakt in de berekening van de beroepstermijn.

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie overwoog dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt en ingaat op de dag na de datum van de beslissing op het bezwaarschrift. In dit geval was de termijn voor het indienen van het beroep begonnen op 16 juni 2020 en geëindigd op 27 juli 2020. Appellanten stelden dat de termijn op 28 juli 2020 eindigde, maar het Hof oordeelde dat dit niet in overeenstemming was met de wet. Bovendien was er geen reden aangevoerd die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakte.

Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De DBSB werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 13 oktober 2021, waarbij de voorzitter en de leden van het Hof aanwezig waren.

Uitspraak

AUA2021H00004
Datum uitspraak: 13 oktober 2021
gemeenschappelijk hof van jusTitie
van aruba, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant 1], wonende in Aruba, en [appellant 2], verblijvend in Aruba (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: [appellant]),
appellanten,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van
14 december 2020 in zaak nr. AUA202001798, in het geding tussen:
appellanten
en
het hoofd van de Dienst Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister (hierna: de DBSB)

Procesverloop

Bij beschikking van 19 juli 2019 heeft de Dienst het verzoek van [appellant] tot inschrijving van het huwelijk in het bevolkingsregister afgewezen.
Bij beschikking van 15 juni 2020 heeft de Dienst het daartegen door [appellant] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 14 december 2020 heeft het Gerecht het door [appellant] daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
De DBSB heeft een verweerschrift ingediend.
Met toestemming van partijen is een behandeling ter zitting achterwege gelaten.

Overwegingen

[Appellant] heeft op 28 juli 2020 beroep ingesteld tegen de beschikking van 15 juni 2020. Het Gerecht heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroep niet tijdig was ingediend.
In hoger beroep voert [appellant] aan dat het Gerecht verkeerd heeft gerekend. Volgens hem kon het beroep uiterlijk 28 juli 2020 worden ingediend.
2.1.
Artikel 27, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: de Lar) luidt:
"De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en gaat in op de dag na die waarop de beslissing op het bezwaarschrift is gedagtekend."
Artikel 28 van de Lar luidt:
"1. Een beroepschrift wordt niet-ontvankelijk verklaard indien het is ingediend voordat de termijn is ingegaan of nadat de termijn is verstreken.
2. De beslissing, bedoeld in het eerste lid, wordt, met redenen omkleed, aan de indiener van het beroepschrift meegedeeld.
3. Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op die grond achterwege indien de indiener aannemelijk maakt dat hij het geschrift heeft ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden en het tegendeel daarvan niet blijkt.
2.2.
Het Gerecht heeft met juistheid overwogen dat de beroepstermijn van de beschikking op bezwaar met dagtekening 15 juni 2020 is aangevangen op 16 juni 2020 en is geëindigd op 27 juli 2020. Als er met [appellant] van uit wordt gegaan dat de beroepstermijn op 28 juli 2020 eindigde, zou de beroepstermijn zes weken en een dag bedragen, anders dan in artikel 27, eerste lid, van de Lar bepaald. Nu voorts in beroep noch in hoger beroep is gebleken van een reden op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar is te achten, heeft het Gerecht het beroep terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het betoog slaagt niet.
3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
4. De DBSB hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. W.H. Bel, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. J.Th. Drop, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.M.C.S. van der Heide, griffier.
w.g. Bel
voorzitter
w.g. Van der Heide
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 13 oktober 2021.