In de zaak H-173/2019 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 12 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een Arubaanse ondernemer die in eerste aanleg was vrijgesproken van omkoping van een minister. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen deze vrijspraak. Tijdens de zittingen in hoger beroep, die plaatsvonden op 30 augustus, 31 augustus, 1 september, 2 september en 21 september 2021, heeft het Hof de vordering van de procureur-generaal, mr. F.A.M.P. van Deutekom, en de argumenten van de verdachte en haar raadsman, mr. C.F.K.J. Lejuez, gehoord.
Het Hof heeft het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg bevestigd, maar met verbetering van gronden. De zaak draaide om de vraag of de verdachte, door toegangskaarten voor een kerstconcert te kopen, de minister had willen bewegen om ontheffingen van de arbeidsmarkttoets te verlenen. Het Hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor het vereiste oogmerk van actieve omkoping. De verdachte had eerder ook al kaarten voor het concert gekocht zonder dat daar een tegenprestatie van de minister tegenover stond. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat de verdachte met de aankoop van de kaarten een omkopingsdoel had.
De beslissing van het Hof was om het vonnis van het Gerecht te bevestigen, waarbij het Hof zich verenigde met de vrijspraak van de verdachte. Deze uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier tijdens een openbare zitting in Curaçao, met een directe verbinding naar Aruba.