ECLI:NL:OGHACMB:2021:349
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.A. Saleh
- E.M. van der Bunt
- Th.G. Lautenbach
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ontvankelijkheid van appel en grieven in civiele procedure tussen NEC Distribution N.V. en Dream Choice Market N.V.
In deze zaak heeft de naamloze vennootschap NEC Distribution N.V. (hierna: NEC), gevestigd in Sint Maarten, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, gewezen op 21 januari 2020. NEC heeft op 27 februari 2020 een akte van hoger beroep ingediend, vergezeld van een memorie van grieven waarin zij haar grieven uiteenzet en verzoekt om vernietiging van het eerdere vonnis en toewijzing van haar vorderingen, met veroordeling van de tegenpartij, Dream Choice Market N.V. (hierna: DCM), in de kosten van beide instanties. DCM heeft in haar memorie van antwoord, ingediend op 4 mei 2020, het appel bestreden en verzocht om niet-ontvankelijk verklaring van NEC in haar hoger beroep, dan wel bevestiging van het bestreden vonnis, met veroordeling van NEC in de kosten van het hoger beroep.
Tijdens de rolzitting van 29 januari 2021 hebben beide partijen schriftelijke pleitnota’s ingediend, waarbij NEC haar producties vooraf heeft overgelegd. Het Hof heeft vervolgens de ontvankelijkheid van NEC in haar hoger beroep beoordeeld. DCM betoogde dat er geen appelakte was betekend, maar het Hof oordeelde dat de akte van hoger beroep wel degelijk bij de griffie was ingediend en dat DCM op de hoogte was van het ingediende appel. Het Hof verwierp het beroep op niet-ontvankelijkheid en verklaarde NEC ontvankelijk in haar beroep.
Het Hof heeft verder vastgesteld dat de producties van DCM niet op voorhand aan NEC zijn overgelegd, wat van belang is voor de beoordeling van de zaak. Het Hof heeft NEC in de gelegenheid gesteld om bij akte in te gaan op de producties van DCM, zonder dat NEC zelf nieuwe producties mag indienen. De verdere beslissing is aangehouden en de zaak is verwezen naar de rol van 5 november 2021 voor de uitlating van NEC.