ECLI:NL:OGHACMB:2021:349

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
1 oktober 2021
Publicatiedatum
6 oktober 2021
Zaaknummer
SXM2020H00038
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake ontvankelijkheid van appel en grieven in civiele procedure tussen NEC Distribution N.V. en Dream Choice Market N.V.

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap NEC Distribution N.V. (hierna: NEC), gevestigd in Sint Maarten, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, gewezen op 21 januari 2020. NEC heeft op 27 februari 2020 een akte van hoger beroep ingediend, vergezeld van een memorie van grieven waarin zij haar grieven uiteenzet en verzoekt om vernietiging van het eerdere vonnis en toewijzing van haar vorderingen, met veroordeling van de tegenpartij, Dream Choice Market N.V. (hierna: DCM), in de kosten van beide instanties. DCM heeft in haar memorie van antwoord, ingediend op 4 mei 2020, het appel bestreden en verzocht om niet-ontvankelijk verklaring van NEC in haar hoger beroep, dan wel bevestiging van het bestreden vonnis, met veroordeling van NEC in de kosten van het hoger beroep.

Tijdens de rolzitting van 29 januari 2021 hebben beide partijen schriftelijke pleitnota’s ingediend, waarbij NEC haar producties vooraf heeft overgelegd. Het Hof heeft vervolgens de ontvankelijkheid van NEC in haar hoger beroep beoordeeld. DCM betoogde dat er geen appelakte was betekend, maar het Hof oordeelde dat de akte van hoger beroep wel degelijk bij de griffie was ingediend en dat DCM op de hoogte was van het ingediende appel. Het Hof verwierp het beroep op niet-ontvankelijkheid en verklaarde NEC ontvankelijk in haar beroep.

Het Hof heeft verder vastgesteld dat de producties van DCM niet op voorhand aan NEC zijn overgelegd, wat van belang is voor de beoordeling van de zaak. Het Hof heeft NEC in de gelegenheid gesteld om bij akte in te gaan op de producties van DCM, zonder dat NEC zelf nieuwe producties mag indienen. De verdere beslissing is aangehouden en de zaak is verwezen naar de rol van 5 november 2021 voor de uitlating van NEC.

Uitspraak

BURGERLIJKE ZAKEN OVER 2021 VONNIS NO.
UITSPRAAK: 1 oktober 2021
ZAAKNRS: SXM201900444 – SXM2020H00038
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Vonnis in de zaak van:
de naamloze vennootschap
NEC DISTRIBUTION N.V.,
gevestigd in Sint Maarten,
in eerste aanleg eiseres, thans appellante,
gemachtigde: mr. P.A.M. Brandon (voorheen mr. N.C. de la Rosa),
- tegen -
de naamloze vennootschap
DREAM CHOICE MARKET N.V. h.o.d.n. FOOD 99,
gevestigd te Sint Maarten,
in eerste aanleg gedaagde, thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. J.G. Snow.
Partijen worden hierna (ook) NEC en DCM genoemd.

1.Verloop van de procedure

1.1
Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en gevorderd, voor de procesgang aldaar en voor de overwegingen en beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht), wordt verwezen naar het tussen partijen gewezen vonnis van 21 januari 2020.
1.2
NEC is in hoger beroep gekomen van dat vonnis door indiening op 27 februari 2020 van een daartoe strekkende akte ter griffie van het Gerecht. Bij een tegelijkertijd ingediende memorie van grieven heeft zij grieven aangevoerd, deze toegelicht en – naar het Hof begrijpt – geconcludeerd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en haar vorderingen alsnog zal toewijzen, met veroordeling van DCM in de kosten van beide instanties.
1.3
Bij memorie van antwoord, ingediend 4 mei 2020, heeft DCM het appel bestreden en geconcludeerd dat het Hof NEC niet-ontvankelijk zal verklaren in haar hoger beroep dan wel het bestreden vonnis zal bevestigen, met veroordeling van NEC in de kosten van het hoger beroep.
1.4
Op de rolzitting van 29 januari 2021 hebben partijen schriftelijke pleitnota’s, met producties, overgelegd. De producties bij de pleitnota van NEC zijn op voorhand overgelegd.
1.5
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.Ontvankelijkheid

NEC heeft tijdig en op de juiste wijze appel ingesteld. DCM heeft betoogd dat er nooit een appelakte is ingediend, en heeft dat onderbouwd met de stelling dat aan DCM geen (separate) appelakte maar alleen een memorie van grieven is betekend. Het Hof overweegt als volgt. Voor zover het niet betekenen van de akte van appel terwijl de memorie van grieven wel is betekend al een verzuim zou opleveren dat niet-ontvankelijkheid met zich brengt (artikel 273 Rv wijst daar niet op), is in de brief van het Gerecht melding gemaakt van zowel de akte van hoger beroep als de memorie van grieven, hetgeen erop duidt dat ook de akte van hoger beroep bij de griffie is binnengekomen (in lijn met de zich in het Hofdossier bevindende akte van hoger beroep gedateerd 26 februari 2020 en ingediend 27 februari 2020). Het was DCM derhalve duidelijk dat appel was aangetekend tegen het bestreden vonnis alsmede wat de grieven inhielden. Het betoog faalt daardoor bij gebrek aan feitelijke grondslag, en het daaraan verbonden beroep op niet-ontvankelijkheid wordt verworpen. NEC kan dus in haar beroep worden ontvangen.

3.Grieven

Voor de inhoud van de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven.

4.Beoordeling

4.1
Alvorens in deze zaak de relevante feiten vast te stellen en in te gaan op het geschil tussen partijen, acht het Hof het volgende van belang.
4.2
Uit het Hofdossier blijkt niet dat de producties bij de pleitnota van DCM op voorhand aan NEC zijn overgelegd. Evenmin blijkt dit uit de rolaantekeningen van het Hof. Waarschijnlijk heeft dit te maken met het feit dat de rolzitting van 29 januari 2021 een (in verband met Covid-19) aangepaste zitting betrof, waar zeer beperkt toegang voor advocaten was en geen bijstand van een griffier. Hoe dit ook zij, het Hof acht deze producties van belang voor de beoordeling van de stelling van NEC dat haar vordering ook ziet op leveringen van andere zaken dan de litigieuze 332 dozen Lucozade, welke leveringen tussen partijen niet in geschil zijn. Het Hof zal NEC daarom in de gelegenheid stellen om bij akte in te gaan op de twee producties bij pleidooi van DCM, zonder dat NEC daarbij zelf weer producties mag voegen. Voor een antwoordakte zal geen gelegenheid worden geboden.
4.3
Elke verdere beslissing zal worden aangehouden.
BESLISSING:
Het Hof:
- verwijst de zaak naar de rol van 5 november 2021 voor akte uitlating zoals hierboven onder 4.2 bedoeld, aan de zijde van NEC (zonder mogelijkheid van een antwoordakte);
- houdt elke verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mrs. E.A. Saleh, E.M. van der Bunt en Th.G. Lautenbach, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten uitgesproken op 1 oktober 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.