Uitspraak
1.Appellant] h.o.d.n. DÉJÀ VU,
DÉJÀ VU N.V.,
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep inzake contractsoverneming. De zaak betreft de appellanten DÉJÀ VU, DÉJÀ VU N.V. en de geïntimeerde PSB BANK N.V. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 4 mei 2021, gevolgd door getuigenverhoren op 3 juni 2021 en een conclusie na enquête op 29 juni 2021. De kern van het geschil draait om de vraag of een contract is gesloten namens een op te richten rechtspersoon, zoals bedoeld in artikel 2:6 BW. Het Hof oordeelt dat het beroep op contractsoverneming faalt, omdat niet bewezen is dat het contract daadwerkelijk is gesloten namens een op te richten rechtspersoon. De overeenkomst staat op naam van de eenmanszaak van de appellant, en er is onvoldoende bewijs dat de wederpartij akkoord ging met de overeenkomst namens een op te richten rechtspersoon. Het Hof bevestigt het bestreden vonnis en veroordeelt de appellanten in de kosten van het hoger beroep, die zijn begroot op NAf 36.000,- aan gemachtigdensalaris en NAf 381,23 aan verschotten. De uitspraak is gedaan op 27 juli 2021.