5.3.De LBIH bepaalde met betrekking tot de te verlenen vrijstelling, voor zover hier van belang:
1. Krachtens deze landsverordening kan vrijstelling worden verleend van:
a. (…)
(…)
c. de winstbelasting op de voet van artikel 15, tweede lid van de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 (P.B. 1965, no. 58), met dien verstande dat ter zake van winstbelasting een verminderd tarief, als bedoeld in het vijfde lid van het genoemde artikel, wordt geheven, welk tarief met inbegrip van opcenten tenminste twee procent over de gerealiseerde winst bedraagt.
Artikel 12:
De vrijstelling van winstbelasting op de wijze bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, wordt toegepast op de winst, door een naamloze vennootschap met een bedrijf behaald in het boekjaar waarin de bedrijfsinrichting in gebruik gesteld is, en ten hoogste de tien daarop volgende boekjaren.
In de Invoeringsverordening Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling (A.B. 2002 No. 124) is vervolgens met betrekking tot de krachtens de LIBH verleende vrijstellingen onder meer bepaald:
1. In artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van de Landsverordening bevordering industrievestiging en hotelbouw (AB 1993 no. GT 25) worden de woorden “twee procent” vervangen door: nul procent.
2. De Landsverordening bevordering industrievestiging en hotel- bouw (AB 1993 no. GT 25) wordt ingetrokken.
1. Op ondernemingen die voor 1 januari 2003 in het bezit waren van een landsbesluit als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Landsverordening bevordering industrievestiging en hotelbouw (…) blijven de op 31 december 2002 geldende bepalingen van die landsverordening, van artikel 10, tweede lid, en artikel 15, vijfde lid, van de Landsverordening winstbelasting, van artikel 9b, tweede lid, van de Landsverordening inkomstenbelasting en van artikel 2, eerste lid, onderdeel h, van de Landsverordening grondbelasting en van artikel 128, eerste lid, ten 6°, onderdeel n, van de Landsverordening in-, uit- en doorvoer van kracht gedurende de tijd waarvoor de aanwijzing danwel de vantoepassingverklaring is geschied danwel de vrijstelling is verleend.
1. Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag waarop de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling in- werking treedt en werkt, wat artikel VIII, eerste lid, betreft, terug tot en met 1 januari 1986.