1.1.De werknemer[[appellant]; Hof]
zal gedurende een periode, welke periode op 04-02-2019 aanvangt en op 15-02-2019 eindigt, dan wel eindigt als het project tot een einde komt, bij de Werkgever[Goede Bouw; Hof]
voor bepaalde tijd in dienst treden om aan het project te werken gelegen te Hyatt Airport aan het adres (…) op Aruba en zal bij het project de volgende werkzaamheden verrichten: Installeren vanExterior insulation and finish system (EIFS)
(…)”
(iii) [appellant] is op 16 februari 2019 met ingang van 1 februari 2019 arbeidsongeschikt verklaard. Op 12 juni, 30 augustus en 1 oktober 2019 heeft zij zich voor controle bij de SVB gemeld.
(iv) In een ongedateerde akte is onder meer het volgende vermeld:
“Mutuo accuerdo pa terminacion laboral
entre
(…)
Constructiebedrijf Goede Bouw
(…)
[appellant]
(…)
Acuerdo entre partidonan
Ta bay di acuerdo cu entre dos partidonan e empleado ta acepta tur e condicionan di e contracto temporario pa hasi trabou na Hyatt airport situa na (…);
Na momento di terminacion ta constata cu oranan di vakantie stipula pa ley a wordo paga.
(…)”
( v) Een schrijven van Goede Bouw aan [appellant] van 11 oktober 2019 houdt onder meer in:
“(…)
Ref: Terminacion
(…)
Le informamos que de acuerdo a nuestro contrato ya usted no trabaja mas para nuestra compania. En este momento usted seguira cobrando su seguro de enfermedad directamente con las oficinas del SVB.
(…)”
(vi) Op 13 november 2019 heeft [appellant] zich voor controle bij de SVB gemeld, waarna is bepaald dat zij zich op 14 januari 2020 voor een volgende controle bij de SVB dient te melden. Hiervan heeft [appellant] Goede Bouw op de hoogte gebracht door haar per WhatsApp een foto van de controlekaart te sturen.
(vii) Bij brief van 28 november 2019 heeft [appellant] zich jegens Goede Bouw beroepen op de onregelmatigheid en kennelijk onredelijkheid van het aan haar bij brief van 11 oktober 2019 gegeven ontslag en, onder berusting in het ontslag, Goede Bouw gesommeerd tot betaling van Afl. 35.398,63.
(viii) Bij brief van 29 november 2019 heeft Goede Bouw ontkend dat [appellant] bij brief van 11 oktober 2019 is ontslagen. Goede Bouw stelt in de brief dat [appellant] voor de duur van het project bij Hyatt (airport) was aangenomen, dat zij van [naam] van de Directie Arbeid heeft begrepen dat [appellant] zich op het standpunt heeft gesteld dat zij nog steeds bij Goede Bouw in dienst is en dat als zij (Goede Bouw) wil dat zij vertrekt, dat zij dan betaald wil worden. In de brief schrijft Goede Bouw ook dat zij (Goede Bouw) vervolgens op 6 november 2019 aan [naam] heeft laten weten, zodat deze dat aan [appellant] kon laten weten, dat als [appellant] meent dat zij nog in dienst is, Goede Bouw dit zal respecteren en dat [appellant] hierop niet meer is teruggekomen. [appellant] heeft in plaats daarvan op 13 november 2019 nog de nieuwe controledatum bij de SVB aan Goede Bouw doorgegeven en op 21 november 2019 salaris ontvangen en zonder protest behouden, aldus de brief.
(ix) [appellant] is op 14 januari 2020 niet, maar op 16 januari 2020 alsnog op de controleafspraak bij de SVB verschenen. Zij is tot 20 januari 2020 arbeidsongeschikt verklaard.
( x) Op 21 januari 2020 is [appellant] niet op het werk verschenen en aan de sommaties van Goede Bouw van 21, 23 en 24 januari 2020 om alsnog op het werk te verschijnen, heeft zij geen gehoor gegeven. Bij brief van 11 februari 2020 is zij nogmaals door Goede Bouw gesommeerd om ditmaal op 12 februari 2020 op het werk te verschijnen, ditmaal onder aanzegging van een ontslag op staande voet als zij weer niet zou verschijnen.
(xi) [appellant] heeft ook aan de laatste sommatie geen gehoor gegeven en bij brief van Goede Bouw van 13 februari 2020 is zij op staande voet ontslagen.
(xii) [appellant] heeft tot en met januari 2020 haar salaris doorbetaald gekregen.