Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
Echter door het slechte gedrag van moeder in de vrouwenshelter heeft FHMDD besloten dat moeder niet meer in de shelter mag blijven en dat zij op maandag 20 april 2020 de shelter moet verlaten.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 31 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontzetting van het ouderlijk gezag van een moeder over haar minderjarige kind. De moeder, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, had geen gronden van beroep aangevoerd. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 mei 2021 verzocht de moeder om uitstel om een advocaat te vinden en heeft zij haar standpunten toegelicht. De voogdijraad had eerder een rapport opgesteld waarin werd gesteld dat de moeder niet in staat was om voor haar kind te zorgen, wat leidde tot de voorlopige ondertoezichtstelling van het kind.
Het Hof overwoog dat de ontzetting uit het ouderlijk gezag een verstrekkende maatregel is en dat de moeder in de korte periode sinds de ondertoezichtstelling nauwelijks de kans had gehad om aan haar situatie te werken. Het Hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de ontwikkeling van het kind ernstig in gevaar was en dat de moeder met de juiste begeleiding in staat zou kunnen zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van haar kind op zich te nemen. Het Hof heeft de zaak aangehouden voor nader onderzoek naar een begeleidingstraject voor de moeder en heeft een omgangsregeling vastgesteld waarbij de moeder twee halve dagen per week onder supervisie contact kan hebben met haar kind. Het verzoek om benoeming van een andere gezinsvoogd en het informatieverzoek van de moeder werden afgewezen.