Uitspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN
ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN EN VAN
BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
1.[APPELLANT 1],
[APPELLANT 2],
[APPELLANT 3],
[APPELLANT 4],
[APPELLANT 5],
1.[GEINTIMEERDE 1],
[GEINTIMEERDE 2,
3.[MEDE-GEINTIMEERDE],
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De beoordeling
verzoeken niet om een vermeerderde vordering (onderstreping Hof). Zoals hiervoor overwogen komt de reden van het niet-verschijnen voor rekening en risico van [appellanten] c.s. en is van een schending van het beginsel van hoor en wederhoor bij het nemen van de bestreden beslissing geen sprake geweest.
onverdeeldeaandeel in de nalatenschap en dat beheersdaden, buiten het geval van een rechterlijke regeling ex artikel 3:168 BW, slechts met instemming van
alledeelgenoten bevoegd verricht kunnen worden (onderstrepingen Hof). Zolang de nalatenschap onverdeeld is, maken partijen die handelen alsof een bepaald boedelbestanddeel van hen is zich dus schuldig aan onbevoegde beheersdaden.