Uitspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN
ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN EN VAN
BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
1.Het verloop van de procedure
2.Ontvankelijkheid
3.Beoordeling
Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden(EVRM) (
Convention for the Protection of Human Rights and Fundamental Freedoms), luidende:
Wet gemeentelijke schuldhulpverleningen schuldsanering op basis van de
Wet schuldsanering natuurlijke personen. Wetgeving vergelijkbaar met deze Nederlandse wetten ontbreekt op Bonaire en de andere BES-eilanden.
Caamaño Valle tegen Spanje(Application no. 43564/17):
Fábián tegen Hongarijevan 5 september 2017, Application no. 78117/13 overwoog de Grote Kamer van het EHRM (aanhaling van precedenten weggelaten) ten aanzien van artikel 14 EVRM:
Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba) (IBES). Deze keuze van de Nederlandse wetgever, in het kader van de staatkundige transitie, valt binnen de ruime ‘margin of appreciation’ die de verdragsstaten hier toekomt.
Grondwet: ‘Voor deze openbare lichamen kunnen regels worden gesteld en andere specifieke maatregelen worden getroffen met het oog op bijzondere omstandigheden waardoor deze openbare lichamen zich wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland.’