Uitspraak
Procesverloop
Overwegingen
Op grond van artikel 2, eerste lid, van de Wav BES is het een werkgever verboden een vreemdeling arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 23 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De appellant, die een aanvraag had ingediend voor een tewerkstellingsvergunning voor een Libanese werkneemster, stelde dat de werkzaamheden van de werkneemster bestonden uit de verzorging van zijn kinderen en huishoudelijke taken. De minister had de aanvraag afgewezen op grond dat er geen sprake was van arbeid in de zin van de Wet arbeid vreemdelingen BES (Wav BES), omdat de werkzaamheden verweven waren met het eigen huishouden van de appellant en de werkneemster. Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg, dat oordeelde dat de werkzaamheden niet onder de definitie van arbeid vielen, aangezien deze niet werden verricht in opdracht van een werkgever. Het Hof oordeelde verder dat de minister niet verplicht was om de aanvraag te toetsen aan het IVRK of het EVRM, omdat de afwijzing van de tewerkstellingsvergunning geen directe maatregel tegen de kinderen van de werkneemster inhield. Het hoger beroep van de appellant werd ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak werd bevestigd.