In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep betreffende een onverdeelde boedel. De appellanten, bestaande uit zes personen die allen in Aruba wonen, waren oorspronkelijk eisers in conventie en verweerders in voorwaardelijke reconventie. De zaak is aanhangig gemaakt tegen twee geïntimeerden, die ook in Aruba wonen en oorspronkelijk gedaagden in conventie waren. De procedure is gestart met een tussenvonnis van 21 januari 2020, waarin het Hof de zaak verwees naar een rol voor akte uitlating van partijen. De appellanten hebben op 20 oktober 2020 een akte met producties ingediend.
Het Hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat niet alle deelgenoten in het geding zijn betrokken, wat noodzakelijk is voor een geldige verdeling van de onverdeelde boedel. Het Hof heeft herhaaldelijk benadrukt dat alle juridische deelgenoten, inclusief erfgenamen, opgeroepen moeten worden. Aangezien dit vereiste niet is nageleefd, heeft het Hof besloten om de appellanten niet-ontvankelijk te verklaren in hun hoger beroep. Dit betekent dat het bestreden vonnis in kracht van gewijsde gaat, omdat niet alle deelgenoten bij de procedure betrokken waren.
Het Hof heeft de appellanten geadviseerd om met behulp van een notaris alle deelgenoten op te sporen en hen te benaderen voor instemming met de toedeling van de zaak aan een van de erfgenamen. Het Hof heeft ook opgemerkt dat als er geen overeenstemming kan worden bereikt over de waarde van de toedeling, de partijen gezamenlijk een taxateur kunnen aanwijzen. Indien dat niet lukt, kan een nieuwe procedure worden gestart waarbij alle deelgenoten betrokken moeten worden. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.