ECLI:NL:OGHACMB:2021:248
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding onrechtmatige daad bij mishandeling
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 27 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen een appellant, vertegenwoordigd door mr. S.C. Larmonie, en een geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. E. Bokkes. De appellant, wonende in Curaçao, was oorspronkelijk gedaagde en heeft in hoger beroep een bewijs van onvermogen overgelegd, waardoor hij kosteloos kon procederen. De geïntimeerde, wonende in Nederland, was oorspronkelijk eiser en heeft schade geleden door een mishandeling die plaatsvond op 15 september 2018.
Het Hof heeft vastgesteld dat de appellant opzettelijk de geïntimeerde heeft mishandeld, wat heeft geleid tot zwaar lichamelijk letsel en pijn voor de geïntimeerde. Het Hof heeft geoordeeld dat de appellant een onrechtmatige daad heeft gepleegd, die aan hem kan worden toegerekend. Aangezien de appellant heeft afgezien van het leveren van tegenbewijs, is het strafvonnis dat de mishandeling bevestigt, leidend.
De beslissing van het Hof was om het bestreden vonnis te bevestigen en de appellant te veroordelen in de kosten van het hoger beroep, die zijn begroot op NAf 6.000,- aan gemachtigdensalaris en NAf 302,50 aan verschotten. Het Hof heeft de appellant ook toegestaan om kosteloos in hoger beroep te procederen, maar heeft de kosten van het hoger beroep aan de zijde van de geïntimeerde toegewezen.