In deze zaak gaat het om een verzoek tot vernietiging van een zorgregeling die door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is vastgesteld. De vader, thans appellant, heeft op 22 juli 2020 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van het Gerecht, waarin een zorgregeling voor de minderjarige is vastgesteld. De mondelinge behandeling vond plaats op 19 januari 2021, waarbij beide partijen in persoon verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden. De vader verzocht om een wijziging van de zorgregeling naar een 50/50-regeling, terwijl de moeder de huidige regeling wilde handhaven. Het Hof overweegt dat de stelling van de vader dat bij gezamenlijk gezag een 50/50-regeling het uitgangspunt is, geen steun vindt in het recht. Het Hof concludeert dat de huidige zorgregeling, die de minderjarige bij de moeder plaatst met bezoek aan de vader, in het belang van de minderjarige moet worden bestendigd. De communicatie tussen de ouders is ernstig verstoord, en het Hof benadrukt dat het in het belang van de minderjarige is dat de ouders hun onderlinge communicatie verbeteren. De bestreden beschikking wordt bevestigd, en de kosten van het hoger beroep worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.