ECLI:NL:OGHACMB:2021:224

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
12 augustus 2021
Publicatiedatum
20 augustus 2021
Zaaknummer
HAR-82/21
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om medische behandeling van gedetineerde in het Korrektie Instituut Aruba

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 12 augustus 2021 uitspraak gedaan op een verzoek ex artikel 43 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van een gedetineerde, hierna te noemen verzoeker. Verzoeker, geboren in 1974 en thans gedetineerd in het Korrektie Instituut Aruba (KIA), heeft dringend medische behandeling nodig voor een aandoening genaamd 'varicocele 2e graad'. De gemachtigde van verzoeker, mr. M.M.M.C. Ecury, heeft op 28 juli 2021 een verzoekschrift ingediend, gericht tegen het Land Aruba, vertegenwoordigd door het Openbaar Ministerie van Aruba. Tijdens de behandeling op 10 augustus 2021, die plaatsvond via videoverbinding, heeft de procureur-generaal F. van Deutekom verklaard dat hij het eens is met de noodzaak van de operatie, maar bezwaar gemaakt tegen de oplegging van een dwangsom aan het Land in geval van niet-uitvoering.

Het Hof heeft vastgesteld dat verzoeker recht heeft op adequate medische behandeling volgens artikel 38 van de Landsverordening penitentiaire beginselen van Aruba. De medische stukken tonen aan dat verzoeker al lange tijd geopereerd had moeten worden en dat de operatie zo spoedig mogelijk moet plaatsvinden om verdere complicaties te voorkomen. Het Hof heeft besloten het verzoek toe te wijzen en het Land te gebieden om ervoor te zorgen dat verzoeker onverwijld de noodzakelijke operatie ondergaat. Het Hof heeft geen termijn gesteld voor de uitvoering van de operatie en geen dwangsom opgelegd, in de veronderstelling dat het Land de noodzaak van de operatie erkent en zal handelen.

Uitspraak

Strafzaken over 2021
Zaaknummer : HAR 82/21
Uitspraak : 12 augustus 2021
gegeven op het verzoek ex artikel 43 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) van:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1974 te [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans gedetineerd in het Korrektie Instituut Aruba (hierna: KIA),
hierna te noemen: verzoeker,
gemachtigde: mr. M.M.M.C. Ecury, advocaat te Aruba.

1.Het verloop van de procedure

Op 28 juli 2021 heeft de gemachtigde van verzoeker ter griffie van het Hof een verzoekschrift ex artikel 43 Sv ingediend. Het verzoek is gericht tegen het Land Aruba, hierna te noemen gedaagde. Gedaagde wordt in dezen vertegenwoordigd door het Openbaar Ministerie van Aruba.
De behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden in raadkamer van het Hof in Curaçao van 10 augustus 2021, middels een videoverbinding met het gerechtsgebouw te Aruba. Aldaar verschenen zijn de verzoeker, diens gemachtigde, de tolk en de procureur-generaal F. van Deutekom.
De procureur-generaal heeft op 10 augustus 2021 per e-mail een conclusie ingediend waarin hij, zakelijk weergegeven, verklaart het eens te zijn met de stelling dat verzoeker dringend medische behandeling in de vorm van een operatie behoeft. Namens gedaagde zal hij zich daarom niet verzetten tegen toewijzing van het verzoek. Hij maakt uitsluitend bezwaar tegen de oplegging van een dwangsom aan het Land in het geval het Land de beschikking niet uitvoert. Een afdruk van dat bericht en van die conclusie is in het dossier gevoegd. Mr. Ecury heeft ter terechtzitting het verzoek mondeling toegelicht, en daarbij bepleit dat het opleggen van een dwangsom noodzakelijk is om het Land tot actie te bewegen.
De beschikking is bepaald op heden.

2.De ontvankelijkheid

Ingevolge artikel 43, eerste lid, Sv kan in alle gevallen, waarin het belang van een goede strafrechtsbedeling een voorziening dringend noodzakelijk maakt en het wetboek zelf daaromtrent geen regeling bevat, een verzoek om zodanige voorziening worden gedaan door de verdachte of degene die daarbij een rechtstreeks hem bepaaldelijk aangaand belang heeft.
Verzoeker is uit hoofde van de tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf gedetineerd in het Korrektie Instituut in Aruba (“KIA”). Verzoeker lijdt aan een aandoening genaamd “varicocele 2e graad”. Het verzoek bestaat hieruit dat verzoeker ten laste van het Land zo spoedig als mogelijk wordt geopereerd aan deze aandoening, nu hij ondraaglijke pijnen lijdt en de aandoening onvruchtbaarheid kan veroorzaken.
De behandelend arts van verzoeker, E. Rodiguez Robelt, werkzaam bij het KIA in Aruba, schrijft in een als bijlage bij het verzoekschrift overgelegde brief van 28 april 2021:
“[…] since we diagnose a condition who needs an operation and we send the patient to the specialist that also confirm to us that patient indeed needs to be operated, this has to be done ASAP to avoid suffering and complications to the patient and in the case of Mr. [verdachte] the operation should be performed since 2018.”
Ook uit de verwijsbrief van chirurg dr. J.A. de Cuba, opgenomen als bijlage bij het verzoekschrift, volgt dat verzoeker dient te worden geopereerd.
Het Wetboek van Strafvordering kent voor het verzoek geen regeling, terwijl door verzoeker genoegzaam is onderbouwd dat een voorziening dringend noodzakelijk is. Verder blijkt uit de memorie van toelichting bij artikel 43 Sv dat onder het begrip “een goede strafrechtsbedeling” de fase van opsporing tot en met die van de executie wordt verstaan. Onder executie valt ook de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen, in dit geval dat verzoeker een gevangenisstraf dient te ondergaan. Nu de strafzaak die tot de detentie van verzoeker heeft geleid, laatstelijk bij het Hof aanhangig is geweest, is het verzoek terecht aan het Hof gedaan.

3.De beoordeling

Artikel 38 van de Landsverordening penitentiaire beginselen van Aruba (hierna: “Landsverordening”) bepaalt, voor zover van belang, dat iedere gedetineerde recht heeft op een adequate medische behandeling en verzorging ten laste van het Land (zijnde Aruba).
Uit de hiervoor besproken medische stukken volgt dat verzoeker reeds lang en breed geopereerd had moeten worden en voorts, dat een operatie alsnog zo spoedig als mogelijk dient plaats te vinden. Nu verzoeker aan artikel 38 van de Landsverordening het recht ontleent op een adequate medische behandeling ten laste van het Land, betekent dat in zijn geval dat hij recht heeft op het zo spoedig mogelijk ondergaan van een operatie. Om deze redenen zal het Hof een voorziening ex artikel 43, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering treffen, hieruit bestaande dat het Land wordt geboden ervoor zorg te dragen dat verzoeker alsnog zo spoedig mogelijk wordt geopereerd.
Het Hof zal geen termijn vermelden waarbinnen verzoeker geopereerd dient te worden en evenmin zal het Hof een dwangsom opleggen voor het geval het Land niet ervoor zorgdraagt dat verzoeker “zo spoedig mogelijk” wordt geopereerd. Uit het verhandelde in raadkamer blijkt immers ondubbelzinnig dat ook de vertegenwoordiger van het Land de noodzaak tot die met spoed te verrichten operatie onder ogen ziet.
Het Hof gaat er dan ook van uit dat het Land alles in het werk zal stellen dat de door het Hof getroffen voorziening onverwijld zal worden uitgevoerd. Het Hof merkt daarbij op dat administratief-financiële afspraken te relateren perikelen waarbij het KIA betrokken is, geen rechtvaardiging kunnen zijn voor het niet onverwijld uitvoeren van die operatie.

4.De beslissing

Het Hof:
- wijst het verzoek toe, en gebiedt het Land onverwijld verzoeker de adequate medische behandeling te geven waar hij recht op heeft, inhoudende dat het Land ervoor zorg draagt, dat verzoeker onverwijld een operatie zoals hiervoor bedoeld ondergaat;
- wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven op 12 augustus 2021 in Curaçao door mrs. R. Veldhuisen, R.L.M. van Opstal en G. Verbeek, leden van het Hof, in tegenwoordigheid van de griffier, mr. B.G. Scheepbouwer.