ECLI:NL:OGHACMB:2021:193
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toewijzing gezamenlijk gezag ondanks strijd ouders
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de moeder tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin gezamenlijk gezag over de minderjarigen werd toegewezen aan zowel de moeder als de vader. De moeder, die in hoger beroep is gekomen, verzoekt het Hof om de beschikking te vernietigen en haar het eenhoofdig gezag over de kinderen toe te kennen. De procedure begon met een beroepschrift van de moeder op 14 augustus 2020, waarna een mondelinge behandeling plaatsvond op 10 mei 2021. Tijdens deze zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij de moeder haar bezwaren tegen de gezamenlijke gezagsregeling uiteenzette. Ze benadrukte de vijandige relatie tussen haar en de vader, die volgens haar de communicatie en samenwerking over de kinderen bemoeilijkt.
Het Hof heeft de argumenten van de moeder overwogen, maar concludeert dat er geen voldoende redenen zijn om af te wijken van het wettelijk uitgangspunt van gezamenlijk gezag. Het Hof stelt vast dat, ondanks de problemen tussen de ouders, er geen bewijs is dat de vader de gezagskwesties blokkeert of de moeder in haar beslissingen belemmert. De communicatie tussen de ouders, hoewel moeilijk, is niet zo problematisch dat gezamenlijk gezag niet mogelijk zou zijn. Het Hof benadrukt dat het welzijn van de kinderen voorop moet staan en dat beide ouders zich moeten inspannen om op een normale manier met elkaar te communiceren. Uiteindelijk bevestigt het Hof de beschikking van het Gerecht en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.