Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De ontvankelijkheid
3.De grieven
4.Griffierecht
Landsbesluit tarieven in burgerlijkzaken [Ltbz]).
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de besloten vennootschap B.V. Betonbouw Curaçao (hierna: Betonbouw) tegen de besloten vennootschap Curaçao Refinery Utilities B.V. (hierna: CRU). Betonbouw is in hoger beroep gekomen van een eindvonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, uitgesproken op 25 oktober 2019. In de memorie van grieven heeft Betonbouw twee grieven voorgedragen en verzocht om vernietiging van het bestreden vonnis, met een aantal specifieke vorderingen in conventie en reconventie. De zaak betreft een geschil over griffierechten en de hoogte daarvan, waarbij Betonbouw een geldelijk belang heeft opgegeven van NAf 104.017,15 en een griffierecht van NAf 2.300,- heeft voldaan. Het Hof heeft vastgesteld dat Betonbouw een direct geldelijk belang heeft bij de vernietiging van de veroordeling in conventie en heeft de hoogte van het verschuldigde griffierecht berekend op NAf 7.720,-. Betonbouw is in de gelegenheid gesteld om een akte nabetaling griffierecht te nemen, en de zaak is verwezen naar de rolzitting van 1 juni 2021. Het Hof heeft verder iedere verdere beslissing aangehouden.