In deze zaak heeft de Stichting Johannes Bosco hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, dat op 10 juni 2019 is gewezen. De Stichting, oorspronkelijk gedaagde in conventie en thans appellante, heeft op 19 juli 2019 een akte van appel ingediend. In haar memorie van grieven, ingekomen op 30 augustus 2019, heeft de Stichting twee grieven aangevoerd en haar eis gewijzigd. De Stichting verzocht het Hof om de bestreden vonnissen te vernietigen en haar gewijzigde vorderingen toe te wijzen, met veroordeling van de geïntimeerde in de kosten van de procedure.
De zaak betreft een financieel geschil over griffierechten, waarbij de Stichting een bedrag van NAf 900,00 aan griffierecht heeft voldaan. Het financieel belang van de zaak bedraagt NAf 721.000,00, wat voortvloeit uit de gevorderde huur over een periode van 150 maanden. De Stichting is nog een bedrag van NAf 13.520,00 aan griffierecht verschuldigd, dat moet worden voldaan voordat de procedure verder kan gaan.
Het Hof heeft de zaak verwezen naar de rol van 29 juni 2021 voor het nemen van een akte door de Stichting met betrekking tot de nabetaling van het griffiegeld. Totdat deze akte is ingediend, houdt het Hof iedere verdere beslissing aan. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao op 1 juni 2021, in aanwezigheid van de griffier.