ECLI:NL:OGHACMB:2021:187

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
16 maart 2021
Publicatiedatum
11 augustus 2021
Zaaknummer
CUR2018H00123
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een hoger beroep inzake een geschil over elektraverbruik en schadevergoeding na overlijden van de appellant

In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van [Appellant] tegen de naamloze vennootschap Aqualectra N.V. [Appellant] was oorspronkelijk eiser in conventie en gedaagde in reconventie, maar is na zijn overlijden op [Datum 1] 2019 door zijn gemachtigde mr. R.J. Tromp vertegenwoordigd. Aqualectra, vertegenwoordigd door mrs. M.R. Hammoud en I.F. Moeniralam, was oorspronkelijk gedaagde in conventie en eiseres in reconventie. De procedure is gecompliceerd door het overlijden van [Appellant], wat leidde tot de benoeming van een curator voor de weduwe van [Appellant].

Het Hof heeft eerder, op 10 maart 2020, [Appellant] toegelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen de beschuldigingen van diefstal en fraude met betrekking tot het elektraverbruik. Na het overlijden van [Appellant] heeft de curator aangegeven dat verder procederen niet in het belang van de weduwe is, en heeft zij afgezien van het houden van een getuigenverhoor. Hierdoor heeft [Appellant] verzocht om een vonnis te wijzen.

Aqualectra heeft in haar antwoordakte eveneens om vonnis gevraagd en geconcludeerd tot bevestiging van het bestreden vonnis. Het Hof heeft vastgesteld dat [Appellant] niet in staat was om de aannames van diefstal en fraude te ontzenuwen, wat leidde tot de conclusie dat Aqualectra een opeisbare vordering heeft op [Appellant]. Het Hof heeft de vorderingen van Aqualectra toegewezen en die van [Appellant] afgewezen. De grieven van [Appellant] zijn verworpen en het bestreden vonnis is bevestigd. [Appellant] is veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2021 Vonnis no.:
Registratienummer: (voorheen: AR 76061/2015) CUR201501248 - CUR2018H00123
Uitspraak: 16 maart 2021
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
in de zaak van:
[APPELLANT],
wonende in Curaçao,
oorspronkelijk eiser in conventie,
gedaagde in reconventie,
thans appellant,
gemachtigde: mr. R.J. Tromp,
tegen
de naamloze vennootschap
AQUALECTRA N.V. (voorheen: KOMPANIA DI DISTRIBUSHON DI AWA I ELEKTRISIDAD DI KORSOW, h.o.d.n. AQUALECTRA DISTRIBUTION),
gevestigd in Curaçao,
oorspronkelijk gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
appellante,
gemachtigde: mrs. M.R. Hammoud en I.F. Moeniralam.
De partijen worden hierna [Appellant] en Aqualectra genoemd.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1
Het Hof heeft bij tussenvonnis van 10 maart 2020 [Appellant] toegelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen de voorshands aangenomen juistheid van de kwalificatie diefstal en fraude, de berekening van het ongeregistreerde elektraverbruik en de herberekening van het geregistreerde elektraverbruik over de in het vonnis bedoelde periodes.
1.2
Bij e-mailbericht van 4 mei 2020 heeft de gemachtigde van [Appellant] het Hof bericht dat [Appellant] op [Datum 1] 2019 onverwachts is overleden. De gemachtigde heeft verder meegedeeld dat hij tracht instructies te krijgen van de erfgenamen, teneinde verder te kunnen procederen.
1.3 [
Appellant] heeft op 15 december 2020 een akte uitlating genomen. Ter rolle van 12 januari 2021 heeft Aqualectra een antwoordakte ingediend.
1.4
Vervolgens is nader vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1
Bij akte heeft [Appellant] aangegeven dat na het overlijden van [Appellant] de zus van de weduwe van [Appellant] tot curator is benoemd van de weduwe van [Appellant]. De curator heeft aangegeven dat het verder procederen niet in het belang van de onder curatele gestelde weduwe is, reden waarom zij namens de weduwe afziet van de mogelijkheid om een getuigenverhoor te houden. [Appellant] verzoekt daarom het Hof vonnis te wijzen.
2.2
Bij antwoordakte heeft Aqualectra eveneens vonnis gevraagd, alsmede geconcludeerd het bestreden vonnis te bevestigen en [Appellant] te veroordelen in de kosten van de procedure.
2.3
Nu [Appellant] afziet van het leveren van tegenbewijs, is hij niet in staat de voorshands aangenomen juistheid van de kwalificatie diefstal en fraude, de berekening van het ongeregistreerde elektraverbruik en de herberekening van het geregistreerde elektraverbruik over de in het vonnis bedoelde periodes te ontzenuwen. Daarmee staat vast dat Aqualectra een opeisbare vordering heeft op [Appellant] en dat de vorderingen van Aqualectra dienen te worden toegewezen en de vorderingen van [Appellant] afgewezen.
2.4
De grieven falen en het bestreden vonnis zal worden bevestigd. [Appellant] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, zoals hierna in het dictum vastgesteld.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
bevestigt het vonnis van 30 januari 2017;
veroordeelt [Appellant] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van Aqualectra vastgesteld op een bedrag van NAf 342,50 aan betekeningskosten en NAf 10.000,00 aan salaris gemachtigde;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mrs. E.A. Saleh, Th.G. Lautenbach, en J. de Boer leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 16 maart 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.