ECLI:NL:OGHACMB:2021:186

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
27 juli 2021
Publicatiedatum
10 augustus 2021
Zaaknummer
AUA2020H00106
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbeschikking inzake salaris gemachtigde in civiele procedure

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 27 juli 2021 een herstelbeschikking gedaan in de procedure tussen [Appellant], vertegenwoordigd door mr. D.G. Kock, en HET LAND ARUBA, vertegenwoordigd door mr. C.L. Geerman. De appellant had een verzoek ingediend tot verbetering van een eerdere beschikking van 6 juli 2021, waarin een kennelijke fout was geconstateerd met betrekking tot de veroordeling in de kosten van de procedure. De appellant werd in die beschikking veroordeeld tot betaling van NAf 4.000,- aan salaris voor de gemachtigde, terwijl het Land in deze procedure was bijgestaan door ambtenaren van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken, waardoor het salaris op nihil moest worden vastgesteld.

De gemachtigde van de appellant, mr. Kock, heeft het Hof op 16 juli 2021 per e-mail gewezen op deze fout, en mr. Geerman heeft bevestigd dat er geen bezwaar bestaat tegen het verzoek tot verbetering. Het Hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de fout eenvoudig te herstellen was, zoals bedoeld in artikel 66 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het Hof heeft vervolgens de beschikking van 6 juli 2021 verbeterd, waarbij de veroordeling tot betaling van de kosten is gewijzigd en de eerdere beslissing is bevestigd.

De beslissing houdt in dat de griffie van het Hof een afschrift van de gerectificeerde beschikking aan partijen zal verstrekken en dat partijen de ontvangen grosse of afschrift van de beschikking van 6 juli 2021 moeten retourneren aan de griffie. De uitspraak is gedaan door de rechters O. Nijhuis, Th.G. Lautenbach en A.S. Arnold, en is openbaar uitgesproken in Curaçao.

Uitspraak

BURGERLIJKE ZAKEN OVER 2021 BESCHIKKING NO.
UITSPRAAK: 27 juli 2021
ZAAKNUMMER: AUA201903848 – AUA2020H00106
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Herstelbeschikking in de zaak van:
[Appellant],
wonend in Aruba,
in eerste aanleg verzoeker, thans appellant,
gemachtigde: mr. D.G. Kock,
-tegen-
de publiekrechtelijke rechtspersoon
HET LAND ARUBA,
zetelend in Aruba,
in eerste aanleg verweerster, thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. C.L. Geerman.
Partijen zullen hierna worden aangeduid met Tromp en het Land.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij e-mail van vrijdag 16 juli 2021 heeft mr. Kock het Hof gewezen op een kennelijke fout in de tussen partijen gegeven beschikking van 6 juli 2021. In r.o. 3.12 en in het dictum van de hierboven vermelde beschikking staat vermeld dat Tromp wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure in appel, gevallen aan de zijde van het Land en tot aan deze beschikking begroot op NAf 4.000,- wegens salaris gemachtigde (tarief 5, 2 punten). Echter is het Land in de procedure bijgestaan door medewerkers van Directie Wetgeving en Juridische Zaken en wordt alsdan het salaris op nihil vastgesteld, aldus mr. Kock.
1.2.
Bij e-mail van vrijdag 16 juli 2021 heeft mr. Geerman het Hof bericht dat er geen bezwaar bestaat namens het Land tegen de inwilliging van het verzoek.
1.3.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
In het Procesreglement van 2018 staat dat als de gemachtigde in dienst is van een client, in het algemeen geen salaris wordt geliquideerd.
Het Hof is van oordeel dat in het beschikking van 6 juli 2021 sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent als bedoeld in artikel 66 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het verzoek tot verbetering van het vonnis is derhalve toewijsbaar en het Hof zal het vonnis verbeteren zoals hieronder in de beslissing is bepaald.

3.De beslissing

Het Hof:
- bepaalt dat in r.o. 3.12 van de tussen partijen gegeven beschikking van
6 juli 2021 met bovenvermeld zaaknummer, waar staat: “[Appellant] zal worden veroordeeld in de kosten van deze procedure in appel, gevallen aan de zijde van het Land en tot aan deze beschikking begroot op NAf 4.000,- wegens salaris gemachtigde (tarief 5, 2 punten)” wordt gewijzigd in“
Nu het Land in dit geding vertegenwoordigd is geweest door een ambtenaar, ziet het Hof geen aanleiding tot een veroordeling voor gemachtigdensalaris”;
- bepaalt dat in het dictum van de tussen partijen gegeven beschikking van 6 juli 2021 met bovenvermeld zaaknummer, waar staat “bevestigt de bestreden beschikking van 2 juni 2021; Veroordeelt [Appellant] in de kosten van dit geding, gevallen aan de zijde van het Land en tot aan de beschikking begroot op
NAf 4.000,- wordt gewijzigd in “
bevestigt de bestreden beschikking van 2 juni 2020.”
- bepaalt dat deze verbetering op de minuut van de beschikking van 6 juli 2021 wordt vermeld, met een verwijzing naar de onderhavige herstelbeschikking;
- bepaalt dat de griffie van het Hof een afschrift van het aldus gerectificeerde beschikking zal verstrekken aan partijen;
- gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet al hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van de beschikking van 6 juli 2021 na ontvangst van deze herstelbeschikking aan de griffie van het Hof te retourneren.
Aldus gegeven door mrs. O. Nijhuis, Th.G. Lautenbach en A.S. Arnold, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao op 27 juli 2021 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
Bij afwezigheid van de voorzitter, tekent de oudste rechter.