Uitspraak
VOLKSKREDIETBANK VAN ARUBA,
1.Het verloop van de procedure
2.De ontvankelijkheid
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
- voor recht te verklaren dat zij recht had op vrijstelling van dienst conform de Landsverordening vakantie en vrijstelling van dienst (hierna: lvvd ) na expiratie van de SVB-kaart en daardoor recht heeft op betaling van haar salaris over de 10 dagen die met haar vakantiedagen zijn verrekend;
- de VKB te gelasten die 10 vakantiedagen te retourneren aan [Appellante] dan wel aan haar uit te betalen, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;
- enige andere juist voorkomende beslissing te nemen;
- de VKB te veroordelen in de proceskosten.
De arbeider die als gevolg van ziekte arbeidsongeschikt is, heeft recht op een uitkering in geld, ziekengeld genaamd, vanaf de vierde dag van de ziektemelding. De arbeider meldt zich daartoe op de eerste dag van de ziekte bij de bank (Hof: de SVB). Het recht op ziekengeld ter zake van eenzelfde ziekte vervalt na twee jaren.
Een opnieuw ingetreden verhindering tot dienstverlening wegens ziekte wordt voor het bepalen van de in het tweede en vierde lid genoemde termijnen als een voortzetting van de vorige verhindering beschouwd, tenzij die verhindering zich voordoet, nadat ten minste dertig kalenderdagen zijn verstreken, sedert de ambtenaar zijn dienst volledig heeft hervat.