ECLI:NL:OGHACMB:2021:179

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
13 april 2021
Publicatiedatum
10 augustus 2021
Zaaknummer
AUA2019H00031
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlies van het Nederlanderschap na tien jaren en de gevolgen voor het Unierecht

In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gaat het om het verlies van het Nederlanderschap van een verzoeker na een periode van tien jaren. De zaak is op 13 april 2021 behandeld, waarbij het Hof verwijst naar een eerdere tussenbeschikking van 15 december 2020. De Advocaat-Generaal, mr. F.A.P.M. van Deutekom, heeft op 19 januari 2021 een akte van antwoord ingediend namens het Openbaar Ministerie. De verzoeker heeft geen akte ingediend.

Het Hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat voldaan is aan de vereisten van artikel 15 lid 1 aanhef en onder c en lid 4 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RwNed), wat betekent dat de verzoeker het Nederlanderschap heeft verloren. De verzoeker heeft niet onderbouwd dat het verlies van de Nederlandse nationaliteit, en daarmee het verlies van het burgerschap van de Unie en de bijbehorende rechten, in strijd is met het evenredigheidsbeginsel zoals uiteengezet in het Tjebbes-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Uiteindelijk heeft het Hof besloten het verzoek van de verzoeker af te wijzen. Deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting in Aruba, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

BURGERLIJKE ZAKEN 2021 BESCHIKKING NO.
Registratienr.: AUA2019H00031
Uitspraak: 13 april 2021
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN
ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN EN VAN
BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Beschikking in de zaak van:
In de zaak van:
[Appellant],
wonende in Aruba,
verzoeker,
belanghebbenden:
3. de Minister belast met Vreemdelingenzaken van Aruba,
4. de Minister belast met Justitie van Aruba,
5. het Openbaar Ministerie van Aruba,
6. het Hoofd Bureau Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister van Aruba.

1.Verdere verloop van de procedure

1.1.
Het Hof verwijst naar zijn tussenbeschikking van 15 december 2020.
1.2.
De Advocaat-Generaal mr. F.A.P.M.van Deutekom heeft een Akte antwoord Openbaar Ministerie d.d. 19 januari 2021 genomen.
1.3.
Verzoeker heeft geen akte genomen.
1.4.
Beschikking is bepaald op heden.

2.Beoordeling

2.1
Het Hof maakt zijn in de tussenbeschikking (rov. 2.5) gegeven voorlopig oordeel dat voldaan is aan de vereisten van artikel 15 lid 1 aanhef en onder c en lid 4 RwNed, zodat verzoeker het Nederlanderschap heeft verloren, tot een eindbeslissing.
2.2
Verzoeker heeft niet aangevoerd, laat staan onderbouwd, dat – met inachtneming van hetgeen het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft overwogen in het Tjebbes-arrest (HvJEU 12 maart 2019, zaak C-221/17, ECLI:EU:C:2019:189, punt 40) – voor hem het verlies van de Nederlandse nationaliteit, dat voor hem het verlies van het burgerschap van de Unie en de daaruit voortvloeiende rechten meebrengt, niet in overeenstemming is met het evenredigheidsbeginsel wat betreft de gevolgen ervan voor zijn situatie en, in voorkomend geval, voor die van zijn gezinsleden, uit het oogpunt van het Unierecht.
2.3
Uit het voorgaande volgt dat het verzoek moet worden afgewezen.

3.Beslissing

Het Hof wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J. de Boer, M.W. Scholte en F.W.J. Meijer, leden van het Hof en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 april 2021 in Aruba, in tegenwoordigheid van de griffier.