ECLI:NL:OGHACMB:2021:171
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.A. Saleh
- M.W. Scholte
- O. Nijhuis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake stilzwijgende voortzetting van een arbeidsovereenkomst tussen het Land Aruba en een ICT-medewerker
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het Land Aruba tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin werd geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst van een ICT-medewerker, [Geïntimeerde], stilzwijgend was voortgezet na de oorspronkelijke einddatum. De procedure begon met een beschikking van het Gerecht op 9 juni 2020, waartegen het Land op 21 juli 2020 hoger beroep instelde. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 februari 2021 werd de zaak besproken via een videoverbinding tussen Curaçao en Aruba. Het Hof heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst, die oorspronkelijk was aangegaan voor een jaar, na 30 november 2016 stilzwijgend is voortgezet. Het Hof oordeelde dat het Land niet kon volhouden dat de arbeidsovereenkomst niet was verlengd, aangezien het Land de werknemer na de oorspronkelijke einddatum had doorbetaald en er geen duidelijke communicatie was geweest over de beëindiging van de overeenkomst. Het Hof vernietigde de eerdere beschikking en oordeelde dat het Land de in juni 2019 gewerkte dagen aan [Geïntimeerde] moest vergoeden, maar wees de vordering voor niet-genoten vakantiedagen af. Het Hof veroordeelde [Geïntimeerde] in de proceskosten van het geding in hoger beroep.