ECLI:NL:OGHACMB:2021:163
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wanprestatie bij bouwproject: geschil over waterbakinhoud en aansprakelijkheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van ALR tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarin ALR en Excelco Bouw N.V. zijn veroordeeld wegens wanprestatie met betrekking tot de bouw van een waterbak. De appellant, ALR, had in opdracht van de geïntimeerde, [Geïntimeerde], de directie en het toezicht over de bouw van een woonhuis met een waterbak. Er was afgesproken dat de waterbak een inhoud van 30 m3 zou hebben, maar de uiteindelijke metingen toonden aan dat de waterbak aanzienlijk minder inhoud had, variërend van 17 m3 tot 23.44 m3. De geïntimeerde vorderde schadevergoeding en een verklaring voor recht wegens wanprestatie. Het Gerecht in eerste aanleg gaf de verklaring voor recht en veroordeelde ALR en Excelco tot betaling van schadevergoeding aan de geïntimeerde. ALR ging in hoger beroep, maar het Hof bevestigde het vonnis van het Gerecht. Het Hof oordeelde dat ALR tijdig en op de juiste wijze in hoger beroep was gekomen en dat de grieven van ALR niet konden slagen. Het Hof concludeerde dat ALR niet had aangetoond dat de wijziging van de locatie van de waterbak in opdracht van de geïntimeerde was geschied en dat er geen bewijs was dat de bouw van een waterbak met de afgesproken inhoud op de nieuwe locatie niet mogelijk was. Het Hof bevestigde de schadevaststelling door het Gerecht en oordeelde dat ALR de kosten van het hoger beroep diende te dragen.