2.1In dit stadium van het geding kan worden uitgegaan van het volgende.
2.1.1De vennootschap, opgericht op 19 juni 2017, houdt zich, op basis van een met Asphalt Lake Recovery (ALR), gesloten overeenkomst van 7 juli 2017, bezig met de aankoop, het opslaan en het verkopen van de producten die door ALR uit het zogenaamde asfaltmeer bij Willemstad worden gewonnen.
2.1.2Bij een in oktober/november 2017 ondertekende overeenkomst (Partnership
Agreement) is de vennootschap een partnership aangegaan met de familie [Naam 1], althans een door hen aan te wijzen vennootschap.
2.1.3Ingevolge de in deze overeenkomst opgenomen regeling worden de aandelen in de vennootschap gehouden door Wabel, de vennootschap waarvan [Naam 1] (hierna: [Naam 1]) aandeelhouder en bestuurder is, en de vennootschappen waarin [belanghebbende 1] onderscheidenlijk [belanghebbende 2] de (uiteindelijke) belanghebbenden (UBO) zijn, namelijk: Eastern Petroleum Technologies (EPT) en Premier Infra & Property Management (PIPM). De verdeling was aanvankelijk 36% voor Wabel en 32% voor EPT en PIPM.
2.1.4In de Partnership Agreement is onder meer bepaald dat [Naam 1] US$ 2 miljoen zal fourneren als Investment Capital - waarvan US$ 1,5 miljoen voor het bouwen van de benodigde faciliteiten en US $ 500.000,- als werkkapitaal - te beschouwen als een lening en terug te betalen uit de eerste 50% van iedere dividenduitkering. De overige 50% van die uitkeringen zou dan worden verdeeld onder de aandeelhouders, naar rato van hun belang.
2.1.5Iedere aandeelhouder leverde een bestuurder. Namens Wabel is dat [Naam 1], EPT levert haar UBO [belanghebbende 1] en PIPM nomineerde [belanghebbende 3], dit omdat [belanghebbende 2] die tevens nauw bij ALR is betrokken “op afstand” wenste te blijven. Wel werd [belanghebbende 2] benoemd tot General Manager.
2.1.6De besluitvorming is in de Partnership Agreement en in de statuten zo geregeld dat voor bestedingen van meer dan US$ 5.000,- een unaniem besluit van de aandeelhouders is vereist.
2.1.7De faciliteiten zijn met een budgetoverschrijding gerealiseerd. De uiteindelijke kosten hebben US$ 3,2 miljoen bedragen, waarvoor Wabel een extra betaling van US$ 500.000,- heeft gedaan. Tegenover deze injectie, die haar inbreng op US$ 2,5 miljoen bracht, stond een vergroting van haar aandelenbelang tot 40% (EPT en PIPM behielden elk 30%) en een vergoeding van US$ 150.000,- (voor “incurred losses”), te betalen wanneer de faciliteiten een positieve cashflow zouden genereren. Het resterende bedrag is extern gefinancierd.
2.1.8EPT zou, volgens voornoemd Agreement, de vennootschap voorzien van een additief waarmee het door ALT geleverde product (bitumen) zou worden bewerkt, om vervolgens te worden verkocht aan Carib Petroleum Inc. (Carib). Voor de levering van dit additief is een bedrag van US$ 318.563,52 aan [belanghebbende 1] betaald op diens privérekening. Omdat de levering van de additieven uiteindelijk is niet is doorgegaan, had de vennootschap na verrekening van een bedrag van US$ 100.000,- een bedrag van US$ 218.563,52 van [belanghebbende 1] tegoed.
2.1.9Bij brief van 19 februari 2019 heeft de gemachtigde van Wabel en [Naam 1] aan de bestuurders van de vennootschap gevraagd om gedocumenteerd te verantwoorden waarom het budget is overschreden en waaraan de extra gelden zijn besteed en wordt bezorgdheid over de “proper running” van de vennootschap uitgesproken.
2.1.10Naar aanleiding van deze brief heeft op 26 februari 2019 een bespreking plaatsgevonden op het kantoor van de gemachtigde van de vennootschap, mr. Anthonio, waarbij ook haar kantoorgenoot mr. Murray aanwezig was, alsook alle drie bestuurders en de gemachtigde van Wabel en [Naam 1]. De partijen hebben afspraken gemaakt die als volgt zijn vastgelegd:
- Parties agree on appointing an independent investigator, preferably an accountant (of a renowned company) to look into the finances from the incorporation of CPB until now;
- Parties agree to fully co-operate with such investigator;
- [belanghebbende 1] and [belanghebbende 2] agreed that the scope of the investigation can included their personal accounts to which money was transferred;
- Maris will formulate the scope of the investigation and will send this to Murray and Anthonio to comment upon;
- This investigator can collect all the administration and secure this in one location;
- Parties agree to that a ground manager needs to be hired;
- CBP will draft a profile for the function of ground manager;
- Parties agree that the Company’s administration need to be established centrally instead of being spread over the computers of the different management board members;
- Parties agree to hire an administrator;
- Parties agree to park the issue regarding potential damages for now;
- Parties agree that from the third shipment onward Omar will receive 50% of the gross profit (gross profit being the amount left after deducting the salaries and utilities expenses from operations (including ALR payments) as well as expenses to clean export line and expenses to load the ship from the sales revenues) for each shipment and if the continuity of CBP so permits, this percentage can be upped;
- Parties agree that until a manager and or administrator are appointed, [belanghebbende 2] will continue his work. They agree that this will need to happen on a basis of better sharing of information by submitting all payments in excess of 5000 to the directors/shareholders for approval, by e-mail, or alternatively by means of online sharing of information, and that the use of personal accounts to route any funds needs to stop.
2.1.11Ter uitvoering van de afspraken is op 27 september 2019 opdracht gegeven aan InterimFlex ([Naam 2]). Het ging daarbij om (artikel 2 van de Interim management agreement) een “review and reconciliation of the financial transactions and accounting data’ van de vennootschap vanaf datum “going live”, de “inventory reconciliation per 30 september 2019” en de vaststelling van de “gross profit per shipment”.
2.1.12Partijen zijn blijven twisten over de scope en de uitvoering van het afgesproken onderzoek en andere kwesties.
2.1.13Zo klaagt [Naam 1], onder meer bij brief van 30 november 2020, over de verantwoording van de onder rov. 2.1.8 genoemde betaling aan [belanghebbende 1] en van andere door [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] op hun privérekening ontvangen bedragen van (in totaal) US$ 288.000,- ([belanghebbende 1]) en US$ 612.000,- ([belanghebbende 2]), de door [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] met Carib gemaakte (commissie)afspraken en de in verband daarmee door [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] ontvangen betalingen die, zo klaagt [Naam 1], ten koste zijn gegaan van het resultaat van de vennootschap en daarmee van de afgesproken (terug)betalingen aan Wabel.