a. Op 1 juni 2010 heeft [Appellante] met OHRE en de heren [Naam 1] en [Naam 2] een financieringsovereenkomst gesloten, waarbij zij aan genoemde partijen een bedrag van totaal Euro 334.766,12 heeft geleend ten behoeve van een vastgoedproject op Bonaire genaamd Kura Cabana.
b. Artikel 6 lid 1 van voormelde financieringsovereenkomst (hierna: de financieringsovereenkomst) luidt als volgt:
Uiterlijk op de beschikbaarheidsdatum verleent Schuldenaar aan schuldeiser een recht van tweede hypotheek op de tot het project behorende grond. De tot het project behorende grond zal niet anders zijn voorbelast dan met een eerste hypotheekrecht ten behoeve van de Postspaarbank te Willemstad (Curaçao) met een
maximale hoofdsom van negenhonderdduizend US Dollar ($900.000,-) te vermeerderen met de bij de bank gebruikelijke opslag voor achterstand in rente en kosten.
c. Bij notariële akte van 3 juni 2010 heeft OHRE tot zekerheid aan [Appellante] verstrekt een recht van hypotheek op de percelen [Adres 1] te Bonaire. In de akte staat voor zover van belang het volgende vermeld:
De comparant sub 2.... verklaarde namens Schuldeiser dat blijkens artikel 6 lid 1 van de aan deze akte gehechte financieringsovereenkomst er mee bekend is dat de schuldenaar in de toekomst voornemens is om voormelde registergoederen te bezwaren met het recht van hypotheek en pand, waarbij het nieuw te vestigen recht van hypotheek en pand ten laste van schuldenaar EERSTE in rang dient te worden gevestigd en het in deze akte te vestigen recht van hypotheek en pand zal alsdan TWEEDE in rang worden. Schuldeiser zal aan de schuldenaar met betrekking tot de voorgenomen rangwisseling haar medewerking verlenen.
d. Bij brief van 16 juli 2010 heeft notaris mr Eshuis [Appellante] verzocht haar goedkeuring te willen verlenen tot het bezwaren met een recht van eerste hypotheek ten behoeve van PSB op het perceel. De notaris verzocht om, indien akkoord met deze rangwisseling, een kopie van de brief voor akkoord te tekenen en te retourneren. Onderaan de brief staat "Voor acc [Appellante]" met een handtekening.
e. In het dossier bevindt zich een "Deed of Subordination" dd. 19 juli 2010, waarin staat dat de lening van [Appellante] tweede in rang zal zijn ten opzichte van die verleend door PSB.
f. Op 21 juli 2010 heeft PSB aan OHRE een bedrag van $ 1.000.000,- geleend,
waarbij als zekerheid een recht van hypotheek ten behoeve van PSB op de percelen is verstrekt. In de hypotheekakte staat onder meer het volgende vermeld:
De bij deze akte te vestigen rechten van hypotheek en pand zullen zijn EERSTE in rang. De voormelde inschrijving van [Appellante] zal er een worden van TWEEDE in rang; van toestemming als bedoeld in artikel 3:262 lid 1 Burgerlijk Wetboek van de Nederlandse Antillen blijkt uit een aan deze akte gehechte toestemmingsverklaring.
g. Notaris mr. Eshuis heeft de gemachtigde van PSB bij email van 31 januari 2013 onder meer als volgt bericht:
Hierbij sturen wij u een kopie van de aan de hypotheekakte gehechte toestemmingsbrief. Zoals de heer [Naam 3] reeds aan u in zijn e-mail d.d. 9 januari 2013 heeft bericht is bijgevoegde toestemmingsbrief aan de hypotheekakte gehecht (..) [Appellante] stelt onder meer dat een toestemmingsverklaring niet bestaat: een kopie van het verzoek tot het verlenen van toestemming dd. 16 juli 2010 hebben wij op diezelfde dag naar de heer [Naam 4] per e-mail verstuurd (c.c. aan de heren [naam 2] en [Naam 1]); van de heer [Naam 1] hebben wij vernomen dat hij in die periode een ontmoeting op Bonaire met de heer [Naam 4] zou hebben en heeft de heer [Naam 1] laten weten dat hij de heer [Naam 4] de toestemmingbrief zal laten tekenen en heeft de heer [Naam 1] de door de heer [Naam 4] ondertekende toestemmingsbrief bij ons kantoor op Curacao persoonlijk afgegeven. Door deze toestemmingsbrief te tekenen is de heer [Naam 4] ook akkoord gegaan voor de rangwisseling van zijn hypotheekrecht, inclusief de hogere hoofdsom van de hypotheek ten behoeve van de Postspaarbank.
h. In het dossier bevindt zich een schriftelijke inzage van de stichting Kadaster & Hypotheekwezen Bonaire dd. 9 juli 2012, waarop staat vermeld dat ten behoeve van [Appellante] een recht van hypotheek rust op de percelen voor NAf 1.800.000,-.
i. In het dossier bevindt zich een schriftelijke inzage van de stichting Kadaster & Hypotheekwezen Bonaire dd. 2 oktober 2012, waarop staat vermeld dat ten behoeve van [Appellante] een recht van hypotheek (tweede in rang) rust op de percelen voor NAf 1.800.000,-.
j. Mevrouw [Naam 5] van de Stichting Kadaster & Hypotheekwezen Bonaire heeft de gemachtigde van PSB bij email van 9 augustus 2013 onder meer bericht dat de toestemmingsverklaring wordt gehecht aan de minuutakte, welke door de notaris aan de betrokken partijen wordt overhandigd en ook door de notaris wordt bewaard. Aan het formulier/afschrift dat bij het Kadaster wordt aangeboden ter registratie en bewaring wordt nimmer een toestemmingsverklaring gehecht.