2.1In hoger beroep kan worden uitgegaan van het volgende.
CAP is een private partij die luchthaven Hato exploiteert op basis van een concessie. Deze concessie is haar in 2003 verstrekt voor de duur van dertig jaar. De concessie is verleend door overheidsvennootschap Hato International Airport N.V., die de concessie op haar beurt kreeg van de rechtsvoorganger van het Land.
CAP genereert inkomsten uit haar commerciële activiteiten op de luchthaven, zoals de verhuur van winkelruimtes en de exploitatie van het parkeerterrein. Die activiteiten spelen in dit kort geding geen rol.
Naast bedoelde commerciële activiteiten verricht CAP ‘luchtvaartactiviteiten’. Onder de luchtvaartactiviteiten zijn onder meer te begrijpen de exploitatie, de beveiliging en het onderhoud van de luchthaven. Ook de luchtverkeersleiding, die CAP extern inhuurt, behoort tot deze activiteiten.
Ter dekking van de kosten van haar luchtvaartactiviteiten ontvangt CAP voor elke passagier die vanaf Hato vertrekt een Passenger Facility Charge (hierna: ‘PFC’). De PFC wordt als onderdeel van de ticketprijs door de luchtvaartmaatschappijen bij passagiers in rekening gebracht.
Normaliter wordt de PFC voor een periode van drie jaar vastgesteld. De huidige tariefcyclus loopt tot en met 2021. De PFC voor internationale vluchten bedraagt thans (na een verhoging van ongeveer 10% in 2020) US$ 49,-.
Uitgangspunt is dat met de PFC alle kosten worden gedekt die CAP maakt en heeft gemaakt ter zake van de aan haar opgedragen luchtvaartactiviteiten, zodat sprake is van een kostendekkende exploitatie van de luchthaven. Onder die kosten vallen ook de kosten van de aanzienlijke investeringen door CAP van circa US$ 130 miljoen in onder meer de aankomsthal en vertrekhal. Voorts strekt de PFC tot dekking van een maximaal toegestaan rendement voor CAP van 6,5%.
De wettelijke grondslag van de PFC is de
Landsverordening
Passagiersfaciliteitengelden. De PFC wordt vastgesteld door de Minister van
VVRP (hierna: ‘de Minister’) op basis van het
Landsbesluit methodiek bepaling passagiersfaciliteitengelden en landings- en parkeergelden(hierna: ‘het Landsbesluit’).
Het Bureau Telecommunicatie & Post (hierna: ‘BTP’) is door het Land aangewezen als toezichthouder met betrekking tot de PFC.
Het jaar 2020 kende als gevolg van de coronapandemie een grote terugval in passagiers. Geschat werd dat slechts ongeveer de helft van het eerder geraamde aantal van 1.4 miljoen passagiers van Hato zou vertrekken. CAP zag zich daardoor geconfronteerd met een halvering van haar inkomsten uit de PFC’s.
CAP heeft een beroep gedaan op artikel 20 van het Landsbesluit dat in lid 1 bepaalt dat indien zich gedurende een lopende tariefperiode een of meer uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden van ingrijpende aard voordoen die buiten de macht van de exploitant liggen en die de kosten en de opbrengsten van luchtverkeer en luchtvervoer in die mate beïnvloeden dat handhaving van de geldende tarieven niet verantwoord is, de exploitant de Minister kan verzoeken te besluiten tot vaststelling van aangepaste tarieven voor beperkte tijd. De vaststelling geldt tot uiterlijk het einde van de lopende tariefperiode (lid 8). Zijn de uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden dan (naar verwachting) nog niet geëindigd, dan doet de exploitant voor de eerstvolgende periode een tariefvoorstel (lid 10).
Bij brief van 17 juni 2020 heeft de Minister gereageerd op dit verzoek (en op het verzoek tot tussentijdse aanpassing dat heeft geleid tot de onder de genoemde verhoging) en heeft zij de te nemen stappen aangegeven. Zij heeft daarbij benadrukt dat in het belang van de concurrentiepositie van Hato, naast dit tariefvoorstel, “all (other) possibilities which could address the economic and financial consequences of the Covid-19 pandemic should be fully explored and should also be taken into consideration by CAP and all other stakeholders involved.”
Op 28 augustus 2020 heeft CAP een (aangepast) voorstel aan de Minister gedaan tot verhoging van de PFC naar (voor internationale vluchten) US$ 193,50 (bij ‘2021 single year settlement’) of naar US$ 99,- (bij ‘2021 and 2022-2024 multi-year settlement’).
De Minister heeft bij brief van 30 oktober 2020 aan CAP te kennen gegeven het voorstel niet acceptabel te achten, met verwijzing naar een advies van BTP en naar afwijzende reacties van de geconsulteerde vliegmaatschappijen.
Bij brief van 20 november 2020 heeft CAP de Minister verzocht haar besluit te heroverwegen en alsnog een PFC vast te stellen “which is reasonable, in accordance with the legistation and takes into account the exceptional and unforeseen circumstances”. CAP wijst daarbij op haar benarde financiële situatie.
Op 26 februari 2021 volgt hierop een brief van de Adviescommissie bezwaarschriften van het Ministerie van VVRP waarin CAP wordt medegedeeld dat haar bezwaarschrift is ontvangen en dat eerst de ontvankelijkheid daarvan zal worden beoordeeld.
CAP heeft NOW-steun ontvangen en zij heeft van het Land vrijstelling gekregen voor het betalen van de concessievergoeding. Zelf heeft zij de nodige besparingen gerealiseerd. Deze voordelen zijn meegenomen in de PFC’s waarvan CAP wil dat de Minister ze vaststelt.
De Minister is daartoe niet bereid gebleken.