In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 12 januari 2021 een tussenuitspraak gedaan in een klachtprocedure tegen een kandidaat-notaris. De appellant, die in Nederland woont, heeft een klacht ingediend tegen de kandidaat-notaris te Bonaire, die betrokken was bij de notulering van een algemene ledenvergadering (ALV) van de vereniging van eigenaren van Waterlands Village. De appellant betwist de juistheid van de notulen van de ALV van 26 mei 2018 en stelt dat er onregelmatigheden hebben plaatsgevonden tijdens de stemming over agendapunten. De Kamer van Toezicht Notariaat had de klacht eerder ongegrond verklaard, maar de appellant is in hoger beroep gegaan.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 oktober 2020 heeft de kandidaat-notaris zijn verweer gepresenteerd, maar de appellant heeft gesteld dat zijn vragen over de notulen niet of slechts deels zijn beantwoord. Het Hof heeft vastgesteld dat de kandidaat-notaris niet alleen als notulist optrad, maar ook betrokken was bij de organisatie van de vergadering en het opstellen van de agenda. Het Hof heeft de kandidaat-notaris in de gelegenheid gesteld om meer gedetailleerd te reageren op de vragen van de appellant en heeft de zaak verwezen naar de rol van 9 februari 2021 voor het nemen van een akte door de kandidaat-notaris. De beslissing van het Hof is aangehouden voor verdere behandeling.