ECLI:NL:OGHACMB:2021:138
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussentijds hoger beroep in civiele zaak met betrekking tot huwelijkse voorwaarden en verrekenplicht
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 4 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een verzoek van [Appellant] om tussentijds hoger beroep in te stellen tegen een tussenvonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, gedateerd 30 november 2020. [Appellant] en [Geïntimeerde] zijn voormalige echtgenoten die huwelijkse voorwaarden hebben getroffen, waarin onder andere een uitsluiting van gemeenschap van goederen en een periodiek verrekenbeding zijn opgenomen. Tijdens hun huwelijk hebben zij echter niet voldaan aan de verrekenplicht die voortvloeit uit deze huwelijkse voorwaarden.
In het tussenvonnis van 30 november 2020 heeft het Gerecht de zaak naar de rol verwezen voor akten van beide partijen, waarbij het Hof heeft vastgesteld dat het vonnis geen deelvonnis is, maar een tussenvonnis. Dit betekent dat er geen definitieve beslissing is genomen over de vorderingen van de partijen. [Appellant] heeft vervolgens een akte van appel ingediend, waarin zij verzoekt om het tussenvonnis te vernietigen en om verschillende beslissingen te nemen met betrekking tot het MCB investment plan en bewijsstukken van [Geïntimeerde].
Het Hof heeft geoordeeld dat [Appellant] niet-ontvankelijk is in haar primaire verzoek, maar heeft haar wel vergunning verleend om tussentijds hoger beroep in te stellen. Dit is gedaan om een snelle en doelmatige rechtsgang te waarborgen. Het Hof heeft de zaak vervolgens verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van [Geïntimeerde], waarbij iedere verdere beslissing is aangehouden.