ECLI:NL:OGHACMB:2021:121

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
7 juli 2021
Publicatiedatum
9 juli 2021
Zaaknummer
SXM2020H00061
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake openbaarmaking van vertrouwelijke facturen door de minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 7 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de openbaarmaking van facturen door de minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten. De zaak is aangespannen door NETstar N.V., die verzocht had om toegang tot facturen die door de minister aan telecommunicatieondernemingen waren verzonden. De minister had eerder een verzoek van NETstar om deze facturen openbaar te maken deels toegewezen en deels geweigerd, met als argument dat de facturen bedrijfsvertrouwelijke informatie bevatten.

Het Hof heeft geoordeeld dat de minister ten onrechte de facturen had geanonimiseerd. Het Hof heeft vastgesteld dat de informatie op de facturen niet leidt tot een aantasting van de concurrentiepositie van de betrokken ondernemingen. De minister was verplicht om de facturen binnen veertien dagen in niet-geanonimiseerde vorm openbaar te maken. Het Hof heeft de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 13 mei 2020 vernietigd en het beroep van NETstar gegrond verklaard. Tevens is de minister veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van NETstar, die in totaal NA2.800,- bedragen.

De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en openbaarheid van bestuur, en de noodzaak voor bestuursorganen om zorgvuldig om te gaan met verzoeken om informatie. Het Hof heeft de relevante wetsartikelen uit de Landsverordening openbaarheid van bestuur in de bijlage opgenomen, en heeft de belangenafweging tussen openbaarmaking en bescherming van bedrijfsvertrouwelijke informatie uitvoerig besproken.

Uitspraak

SXM2020H00061
Datum uitspraak: 7 juli 2021
gemeenschappelijk hof van jusTitie
van aruba, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Uitspraak op het hoger beroep van:
de naamloze vennootschap NETstar N.V., gevestigd in Sint Maarten (hierna: NETstar),
appellante,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 13 mei 2020 in zaak nr. SXM201900178, in het geding tussen:
appellante
en
de minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten (hierna: de minister)
Procesverloop
Bij beschikking van 11 januari 2019 heeft de minister een verzoek van NETstar op grond van artikel 3, eerste lid, van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (hierna: Lob) om verstrekking van door de minister aan telecommunicatieondernemingen toegezonden facturen deels toegewezen en deels geweigerd.
Bij de uitspraak van 13 mei 2020 heeft het Gerecht het door NETstar daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft NETstar hoger beroep ingesteld.
Op verzoek van het Hof heeft de minister een aantal van de facturen vertrouwelijk aan het Hof gezonden.
NETstar heeft nadere stukken ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting via een videoverbinding met Sint Maarten behandeld op 2 juni 2021, waar NETstar, vertegenwoordigd door mr. P.P. Soons, advocaat, en de minister, vertegenwoordigd door mr. R.F. Gibson jr., advocaat, zijn verschenen.
Overwegingen
De wetsartikelen die in deze zaak van belang zijn, zijn opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.
Bij brief van 9 februari 2017 heeft NETstar aan de minister onder meer verzocht om alle door het Bureau Telecommunicatie en Post (hierna: BTP) verzonden facturen uit 2016 te verstrekken waarin een heffing is opgelegd op basis van de categorie "Distributie Frequentie Vergoeding Houders: datadiensten, geen spraak in welke vorm dan ook". Ook is verzocht om afschriften van alle facturen die in 2016 door BTP zijn verstuurd aan twaalf andere telecommunicatieondernemingen.
Bij beschikking van 4 juli 2017heeft de minister op grond van - voor zover in hoger beroep nog van belang - artikel 11, eerste lid, aanhef en onderdeel c, en tweede lid, aanhef en onderdeel f, van de Lob geweigerd de facturen te verstrekken. Het door NETstar daartegen ingestelde beroep is bij uitspraak van het Gerecht van 1 oktober 2018 gegrond verklaard, de beschikking is vernietigd en de minister is opgedragen opnieuw op het verzoek te beslissen.
Vervolgens heeft de minister bij beschikking van 11 januari 2019 besloten de verzochte facturen aan NETstar te verstrekken, echter met dien verstande dat op de facturen de naam en de adresgegevens van de betrokken onderneming zijn verwijderd.
2.1. Het door NETstar tegen de beschikking van 11 januari 2019 ingestelde beroep is bij de uitspraak van het Gerecht van 13 mei 2020 ongegrond verklaard.
2.2. In hoger beroep gaat het uitsluitend nog om de vraag of de minister heeft mogen volstaan met openbaarmaking van de facturen in geanonimiseerde vorm. Alle andere gegevens op de facturen zijn aan NETstar verstrekt.
3. Het Hof heeft, met toestemming van NETstar, overeenkomstig artikel 24 van de Landsverordening administratieve rechtspraak vertrouwelijk kennis genomen van de veertien facturen die de minister aan het Hof heeft gezonden en gaat ervan uit dat deze facturen representatief zijn voor alle facturen die in geanonimiseerde vorm openbaar zijn gemaakt. Het Hof is van oordeel dat de minister de facturen ten onrechte heeft geanonimiseerd. Hierna licht het Hof toe waarom het tot dit oordeel komt.
3.1. Het gaat bij de facturen om door het land Sint Maarten aan de machtigingshouders (en andere telecommunicatieondernemingen) in rekening gebrachte bedragen voor de kosten van de bemoeiingen, van het toezicht op de naleving en van de behandeling van klachten over storing of belemmering als bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen. Deze vergoedingen, die de machtigingshouders wettelijk verplicht zijn te betalen, zijn nader geregeld in de Regeling telecommunicatievoorzieningen en de daarbij behorende bijlage.
3.2. Ingevolge artikel 11, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Lob blijft het verstrekken van informatie ingevolge deze landsverordening achterwege voor zover dit bedrijfs- en fabricagegegevens betreft die door natuurlijke of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld. Er is alleen sprake van bedrijfs- en fabricagegegevens als bedoeld in artikel 11, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Lob als en voor zover uit die gegevens wetenswaardigheden kunnen worden gelezen of afgeleid met betrekking tot de technische bedrijfsvoering of het productieproces dan wel met betrekking tot de afzet van de producten of de kring van afnemers en leveranciers. Omdat het bij artikel 11, eerste lid, aanhef en onder c, van de Lob gaat om een absolute weigeringsgrond, moet het artikel restrictief worden uitgelegd. Hoewel onder bedrijfs- en fabricagegegevens ook louter financiële gegevens kunnen vallen, bevatten deze facturen geen informatie die door de betrokken machtigingshouders vertrouwelijk aan de minister zijn verstrekt. Deze weigeringsgrond is, anders dan het Gerecht heeft overwogen, daarom in dit geval niet van toepassing. Dit betoog van NETstar slaagt.
3.3. Het betoog van NETstar dat het Gerecht ten onrechte heeft overwogen dat de minister bij het toepassen van (de weigeringsgrond van) artikel 11, tweede lid, aanhef en onderdeel f, van de Lob haar belangen niet hoefde te betrekken bij de motivering of de belangenafweging omdat het belang van openbaarmaking is gegeven door de wet, slaagt niet. Blijkens de tekst van artikel 11, tweede lid, van de Lob moet er bij het toepassen van de daarin opgenomen weigeringsgronden een afweging plaatsvinden tussen het algemene belang van het verstrekken van informatie en de daar genoemde bijzondere belangen, in dit geval het voorkomen van onevenredige aantasting van de concurrentiepositie van machtigingshouders. Daarbij is van belang dat het recht op openbaarmaking op grond van de Lob uitsluitend het publieke belang van een goede en democratische bestuursvoering dient. Bij de te verrichten belangenafweging wordt het algemene of publieke belang bij openbaarmaking van de gevraagde informatie afgezet tegen de door de weigeringsgronden te beschermen belangen, maar niet het specifieke belang van de verzoeker. Dat het belang van NETstar volgens haar parallel loopt aan het publieke belang, maakt dat niet anders.
3.4. Artikel 11, tweede lid, aanhef en onderdeel f, van de Lob bepaalt dat het verstrekken van informatie ingevolge deze landsverordening eveneens achterwege blijft voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke of rechtspersonen dan wel van derden. Van onevenredige benadeling kan sprake zijn als het verzoek om informatie betrekking heeft op bedrijfsvertrouwelijke informatie, niet zijnde bedrijfs- en fabricagegegevens, in het geval openbaarmaking van die informatie schade kan toebrengen aan de concurrentiepositie van de betrokken onderneming. Naar het oordeel van het Hof zijn de facturen weliswaar aan te merken als bedrijfsvertrouwelijke informatie, omdat zij inzicht geven in de financiële verplichtingen van de betrokken ondernemingen, maar leidt openbaarmaking in dit geval niet tot aantasting van de concurrentiepositie van de machtigingshouders. NETstar heeft ter zitting aangevoerd dat de machtigingen als zodanig openbaar zijn, dat het aan de machtigingshouders toegekende frequentiespectrum is af te leiden uit het - openbare - frequentieregister en dat de tarieven in de (bijlage bij de) Regeling telecommunicatievoorzieningen staan. De minister heeft dat ter zitting van het Hof niet betwist. Dat, waarvoor en hoeveel door het land aan de machtigingshouders in rekening wordt gebracht is daarom al openbaar. Openbaarmaking van de desbetreffende facturen voegt daaraan niet meer toe dan dat inzichtelijk wordt of door de minister daadwerkelijk de wettelijke vergoedingen bij de betrokken telecommunicatieondernemingen in rekening worden gebracht. Dit gegeven is naar het oordeel van het Hof, anders dan het Gerecht heeft overwogen, geen informatie waardoor de concurrentiepositie van de machtigingshouders wordt aangetast. Dat betekent dat de minister zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat openbaarmaking van de niet geanonimiseerde facturen onevenredig nadeel voor de betrokken machtigingshouders oplevert. Dit betoog van NETstar slaagt.
4. Uit 3.2 en 3.4 volgt dat het hoger beroep van NETstar gegrond is. Het Hof zal de uitspraak van het Gerecht vernietigen en, doende wat het Gerecht had behoren te doen, het beroep gegrond verklaren, de beschikking van 11 januari 2019 vernietigen en de minister opdragen om de facturen binnen veertien dagen in niet geanonimiseerde vorm openbaar te maken.
5. De minister moet de proceskosten vergoeden. Het Hof stelt de proceskosten van NETstar in beroep vast op een bedrag van NA
f1.400,- (NA
f700,- voor het indienen van het beroepschrift en NA
f700,- voor het verschijnen ter zitting) en voor het hoger beroep op een bedrag van NA
f1.400,- (NA
f700,- voor het indienen van het beroepschrift en NA
f700,- voor het verschijnen ter zitting).
Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba:
I.
verklaarthet hoger beroep
gegrond;
II.
vernietigtde uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint-Maarten van 13 mei 2020 in zaak nr. SXM201900178;
III.
verklaarthet beroep
gegrond;
IV.
vernietigtde beschikking van de minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten van 11 januari 2019, kenmerk DiV#17615;
V.
draagtde minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten
opom binnen veertien dagen na deze uitspraak de facturen behorende bij de beschikking van 11 januari 2019, kenmerk DiV#17615, in niet geanonimiseerde vorm openbaar te maken;
VI.
veroordeeltde minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten tot vergoeding van bij NETstar N.V. in verband met het beroep en hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van NA
f2.800,-, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
VII.
gelastdat de minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten het voor de behandeling van het beroep en hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van NA
f450,- vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. E.A. Saleh, voorzitter, en mr. T.G.M. Simons en mr. E.J. Daalder, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.M.C.S. van der Heide, griffier.
w.g. Saleh
voorzitter
w.g. Van der Heide
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 7 juli 2021.
BIJLAGE
Landsverordening openbaarheid van bestuur
[…]
Hoofdstuk 2. OpenbaarheidArtikel 2Een bestuursorgaan betracht bij de uitvoering van zijn taak openbaarheid en verstrekt hiertoe informatie.
Hoofdstuk 3. Informatie op verzoek
Artikel 31. Een ieder kan een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid, richten tot het bestuursorgaan of tot de onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame departementen, diensten, bureaus of instellingen.
2. De verzoeker vermeldt de bestuurlijke aangelegenheid of het daarop betrekking hebbend document, waarover hij informatie wenst te ontvangen.
3. Bij besluit, houdende algemene maatregelen, kan een informatiepunt binnen het bestuursorgaan worden aangewezen waar het verzoek moet worden ingediend.
4. Een verzoek wordt ingewilligd met inachtneming van de artikelen 11, 12 en 13.
[…]
Hoofdstuk 6. Uitzonderingen en beperkingenArtikel 111. Het verstrekken van informatie ingevolge deze landsverordening blijft achterwege voor zover dit:
a. de eenheid van de regering in gevaar zou kunnen brengen;
b. de veiligheid van het Land zou kunnen schaden;
c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke- of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld.
2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze landsverordening blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:
a. de economische of financiële belangen van het Land;
b. de opsporing en vervolging van strafbare feiten;
c. de inspectie, controle of toezicht door of vanwege bestuursorganen;
d. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
e. het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie;
f. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke- of rechtspersonen dan wel van derden.
g. de betrekkingen van het Land of het Koninkrijk met andere Staten en met internationale organisaties.
[…]