Uitspraak
Zaaknummer: H-130/2019
Vonnis
[VERDACHTE],
of omstreeks2 maart 2019 in Curaçao,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen een machinegeweer, althanseen pistoolmitrailleur,
althans een pistool (van het merk
Glock 17; kaliber 9x19 mm
), in elk geval een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930en
/of34,
in elk geval een of meerdere (scherpe) patronen
, in elk geval munitie in de zin van de Vuurwapenverordening 1930voorhanden heeft gehad.
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De raadsvrouw heeft bepleit dat het proces-verbaal van aanhouding op heterdaad van het bewijs dient te worden uitgesloten vanwege een normschending, inhoudende dat de bevoegdheid van verbalisant [verbalisant 1] op basis van het Bevel uitoefenen bevoegdheden Vuurwapenverordening 1930 van 25 februari 2019 niet omvatte het zelf open maken van de tas. Volgens de raadsvrouw had verbalisant [verbalisant 1] de verdachte het buiktasje zelf open moeten laten maken en had hij het buiktasje niet mee mogen nemen naar een plaats waar de verdachte er geen zicht op had.
De officier van justitie […]Overwegende dat het bedreigende karakter van vuurwapenbezit en het gebruik hiervan een zeer ernstige inbreuk op de rechtsorde vormt en de gevoelens van onveiligheid vergroot, te meer nu een aantal ernstige incidenten zich voor hebben gedaan nabij openbare gelegenheden waar veel personen bij elkaar komen. Dat derhalve een preventieve fouilleringactie noodzakelijk wordt geacht voor het tegengaan van vuurwapen gerelateerde incidenten;
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte geen vuurwapen in het buiktasje had, maar een contant geldbedrag van € 2.500,-, daarmee implicerende dat het vuurwapen er naderhand – mogelijkerwijs door verbalisant [verbalisant 1] – in gestopt is om te verbloemen dat het geld door de politie was weggenomen.
Met betrekking tot het verweer dat de verdachte geen wetenschap had van de aanwezigheid van een vuurwapen in het buiktasje, is het Hof van oordeel dat er – behoudens contra-indicaties, waarvan niet is gebleken – vanuit mag worden gegaan dat de verdachte weet wat de inhoud is van een door hem op het lichaam gedragen buiktasje. Dat geldt te meer nu het buiktasje, volgens de bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] in het proces-verbaal van aanhouding op heterdaad, opvallend zwaar was.
BESLISSING
vernietigt het vonnis van het Gerecht en doet opnieuw recht;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
gevangenisstrafvoor de
achtenveertig (48) maanden;