Uitspraak
Zaaknummer: H 189/2018
Vonnis
[VERDACHTE],
FEIT 1:
PRIMAIR
(artikel 2:262/259 Wetboek van Strafrecht)
SUBSIDIAIR
(artikel 1:123 j◦ 2:262/259 Wetboek van Strafrecht)
FEIT 2:
(artikel 3 j◦ 11 van de Vuurwapenverordening 1930)
/of[medeverdachte 2] op 5 februari 2017,
althans in of omstreeks de maand februari 2017inCuraçao, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,opzettelijk en
-al dan niet-(voor wat betreft [medeverdachte 1] en voornoemde ander):met voorbedachten rade
),
/heeftberoofd, immers hebben
/heeft[medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 2] en
/ofhun mededader
(s)met dat opzet en
(voor wat betreft [medeverdachte 1] en voornoemde mededader:-al dan niet-na kalm beraad en rustig overleg
), met
(een
)vuurwapen
(s) een of meerdere (gerichte)schoten gelost
op en/ofin de richting van
(het lichaam van
)die [slachtoffer], ten gevolge waarvan die [slachtoffer] meerdere verwondingen heeft opgelopen en die [slachtoffer] aan die verwondingen is overleden,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,op
een of meertijdstippen
inomstreeksde maand februari 2017
inCuraçao,
al dan nietdoor
giften en/ofbeloften, te weten door een
(groot)geldbedrag in het vooruitzicht te stellen en
/ofdoor het verschaffen van middelen
(zoals een
of meervuurwapen
s)opzettelijk heeft uitgelokt;
op ofomstreeks de maand februari 2017,
inCuraçao, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,voorhanden heeft gehad,
of omstreeksde maand februari 2017 opzettelijk heeft uitgelokt. Het Hof zal dan ook de tenlastelegging op dit punt verbeterd lezen. Uit de procesopstelling van de verdachte en diens raadsvrouw leidt het Hof af dat bij de verdachte geen onduidelijkheid bestaat over wat hem wordt verweten, zodat de verdachte hierdoor niet in zijn belangen is geschaad.
cursief). De verdachte is daardoor evenmin geschaad in de verdediging.
1. Kogeltrajectverloop van inschotwond bij het vingerkootje van de rechter wijsvinger, uitschot- en inschotwond bij palmair zijde van de rechter wijsvinger, uitschotwond bij het dorsaal gedeelte tussen de rechterduim en wijsvinger, inschotwond bij de rechter oksel en uitschotwond bij de rechter bovenrug.
2. Kogeltrajectverloop van rechter onderbuik naar rechter onderrug, waar door de patholoog-anatoom een projectiel onder de huid van het slachtoffer werd verwijderd.
3. Kogeltrajectverloop van de rechter posterior oksellijn door de tiende rib, door de rechterlong en vervolgens door de aorta. Het projectiel kwam hierna tot stilstand bij het linker gedeelte van de lichaamsholte tussen de longen.
Ik heb verzocht om met de officier van justitie te spreken omdat ik moe ben en de hele waarheid wil spreken. (…) Ik ben bereid een verklaring af te leggen over de moord. (…) Ik moet wel zeggen dat nu ik de waarheid vertel, ik meer problemen heb dan als ik mijn mond had dicht gehouden. (…) Patutu(het Hof begrijpt: de verdachte)
kent veel mensen die ik niet ken. (…) Patutu is een wraakzuchtige man. Patutu kan zelf niet veel doen, maar betaalt wel om hetgeen hij wil gedaan te krijgen. (…) Nu dat ik de waarheid heb verklaard, ben ik niet meer veilig. Ik wil weten wat er gaat gebeuren.”
De dag dat ik met de officier van justitie heb gepraat, werd er tegen mij gezegd dat er een vervolggesprek zou plaatsvinden met de officier van justitie. (…) Tot mijn verbazing heb ik tot de dag van vandaag helemaal niets gehoord (…) dat is de reden dat ik voortaan van mijn zwijgrecht gebruik zal maken.”
Patutu had aan mij gevraagd om twee mannen naar hem toe te sturen, zodat zij iets voor hem konden doen” en zoals ook volgt uit de tot het bewijs gebezigde verklaringen van [medeverdachte 1] en [[medeverdachte 2]]. Het gedeelte uit de verklaring van [medeverdachte 3] dat de opdracht door de verdachte rechtstreeks aan [medeverdachte 1] zou zijn gegeven, hetgeen plaats zou hebben gehad aan de [locatie], acht het Hof nu juist ongeloofwaardig, nu de door hem geschetste gang van zaken aldaar – gelet op de inhoud van de overige bewijsmiddelen – niet anders bedoeld kan zijn dan om zijn eigen aandeel af te schermen. Nu aan de door de verdediging gestelde voorwaarde niet is voldaan, behoeft het verzoek geen nadere bespreking.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de
18 (achttien) jaren;
[benadeelde partij 1]geleden materiële schade toe tot een bedrag van
NAf 5.125,93 (zegge: vijfduizend honderdvijfentwintig gulden en drieënnegentig cent),vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 februari 2017
,tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
[benadeelde partij 1]de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 5.125,93 (zegge: vijfduizend honderdvijfentwintig gulden en drieënnegentig cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
60 (zestig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 februari 2017 tot aan de dag van de voldoening;
NAf 20.000,00 (zegge: twintigduizend gulden),vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 februari 2017 tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
[benadeelde partij 1]de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 20.000,00 (zegge: twintigduizend gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
135 (honderdvijfendertig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2017 tot aan de dag van de voldoening;
[benadeelde partij 2]geleden materiële schade toe tot een bedrag van
NAf 9.323,06 (zegge: negenduizend driehonderd drieëntwintig gulden en zes cent),vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 februari 2017 tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
[benadeelde partij 2]de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 9.323,06 (zegge: negenduizend driehonderd drieëntwintig gulden en zes cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
81 (eenentachtig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 februari 2017 tot aan de dag van de voldoening;
[benadeelde partij 2]geleden immateriële schade toe tot een bedrag van
NAf 20.000,00 (zegge: twintigduizend gulden),vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 februari 2017 tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
[benadeelde partij 2]de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 20.000,00 (zegge: twintig gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
135 (honderdvijfendertig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2017 tot aan de dag van de voldoening;
[benadeelde partij 3]geleden schade toe tot een bedrag van
NAf 15.234,53 (zegge: vijftienduizend tweehonderdvierendertig gulden en drieënvijftig cent),vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 februari 2017 tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
[benadeelde partij 3]de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 15.234,53 (zegge: vijftienduizend tweehonderdvierendertig gulden en drieënvijftig cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
111 (honderdelf) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 februari 2017 tot aan de dag van de voldoening;